resultaat
Nederlands
Woordafbreking
- re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van resulteren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | resultaat | resultaten |
verkleinwoord | resultaatje | resultaatjes |
Zelfstandig naamwoord
resultaat o
- een uitkomst
- De resultaten van het proefwerk waren bedroevend slecht.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- resultaatbeloning, resultaatsverbintenis, resultaatsverplichting, resultaatverplichting, resultaatvoetbal, resultatenrekening
Vertalingen
1. een uitkomst
Gangbaarheid
- Het woord resultaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'resultaat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.