afkoopsom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·koop·som
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afkoopsom afkoopsommen
verkleinwoord afkoopsommetje afkoopsommetjes

Zelfstandig naamwoord

afkoopsom v/m

  1. het ineens betalen van een langdurige geldelijke verplichting, waarna deze ophoudt te bestaan
    • De ontslagen direkteur kreeg een zo'n hoge afkoopsom dat je het met recht een gouden handdruk kan noemen. 
  1. het betalen van een bedrag ter voorkoming van iets onaangenaams
    • Het bedrijf betaalde een afkoopsom aan de gedupeerde klanten om een rechtszaak te voorkomen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afkoopsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.