geldsom
Nederlands
Woordafbreking
- geld·som
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geld zn en som zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldsom | geldsommen |
verkleinwoord | sommetje geld | sommetjes geld |
Zelfstandig naamwoord
geldsom v/m
- (financieel) een grotere hoeveelheid geld
- De Duitse douane kwam de kunstverzameling bij toeval op het spoor. Bij een routinecontrole op de trein van Zürich naar München ontdekten ze dat Cornelius Gurlitt een grote geldsom bij zich had. Ze besloten tot een huiszoeking. In de flat troffen ze geen sporen van belastingontduiking aan, wel zelfgetimmerde wandrekken vol kunst. [1]
- Verschillende media berichtten de afgelopen dagen over geruchten dat Froome een grote geldsom (rond de twee miljoen euro) zou zijn geboden om te starten in de Giro – al dan als onmogelijk geachte combinatie met de Tour. Dat geld zou vanuit Israël komen, waar de eerste drie etappes van de komende Giro worden gereden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord geldsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geldsom' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Standaard 3 NOVEMBER 2017
- Tubantia Thijs Zonneveld 29-NOVEMBER-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.