huursom
Nederlands
Woordafbreking
- huur·som
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur en som
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huursom | huursommen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
huursom v/m [1]
- bedrag dat je moet betalen als je iets wilt huren, of ontvangt als je iets verhuurt
- De totale huursom (alle huren bij elkaar) van de sociale huurwoningen van een woningcorporatie mag de komende jaren met niet meer dan het inflatiepercentage plus 1 procent stijgen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord huursom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huursom' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.