wat
Nederlands
Woordafbreking
- wat
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vragend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
|
|
Onbepaald voornaamwoord
wat
- iets, een beetje.
- Ik heb toch wat gewonnen!
- enigszins
- Je ziet er wat vermoeid uit.
Synoniemen
- [2]: ietwat
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vragend voornaamwoord
- om naar een of meer zaken te vragen.
- Wat eten we vandaag?
- Wat betekent dit?
Betrekkelijk voornaamwoord
- na alles, iets, niets, datgene.
- Alles wat ik heb.
- na twijfel of onbekendheid.
- Ik weet niet wat er met hem aan de hand is.
- met insluiting van antecedent: datgene wat.
- Ik geef hem wat hij verdient.
- terugverwijzend naar een gehele zin.
- Hij was ernstig ziek, wat reden was de zaak af te gelasten.
Uitdrukkingen en gezegden
Wat er al wel en niet was.
Vertalingen
wat er al wel en niet was
|
Uitroepend voornaamwoord
wat
- zeer, erg, heel
- Wat leuk voor je!
- Wat ben ik daar blij mee!
Gangbaarheid
- Het woord wat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wat' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.