benemen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van nemen met het voorvoegsel be-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
benemen
benam
benomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

benemen

  1. overgankelijk iemand iets ~: laten verliezen
    • Dit benam hem de lust om nog verder te eten. 

Gangbaarheid

  • Het woord benemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.