innemen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  innemen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪnemə(n)/
Woordafbreking
  • in·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
innemen
nam in
ingenomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

innemen

  1. overgankelijk binnengaan en in bezit nemen
    • De stad werd na een fel gevecht ingenomen. 
  1. overgankelijk fig.: iemand voor zich winnen
    • Hij werd volledig ingenomen door de ondeugende glimlach van zijn kleine dochtertje. 
  1. overgankelijk uit circulatie halen
    • Het oude paspoort wordt ingenomen wanneer het nieuwe verstrekt wordt. 
  1. overgankelijk kleding vernauwen
    • Nu je aardig afgevallen bent kunt je beter je dure pak laten innemen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord innemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.