innemen
Nederlands
Woordafbreking
- in·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en nemen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
innemen |
nam in |
ingenomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
innemen
- overgankelijk binnengaan en in bezit nemen
- De stad werd na een fel gevecht ingenomen.
- overgankelijk fig.: iemand voor zich winnen
- Hij werd volledig ingenomen door de ondeugende glimlach van zijn kleine dochtertje.
- overgankelijk uit circulatie halen
- Het oude paspoort wordt ingenomen wanneer het nieuwe verstrekt wordt.
- overgankelijk kleding vernauwen
- Nu je aardig afgevallen bent kunt je beter je dure pak laten innemen.
Vertalingen
1. binnengaan en in bezit nemen
4. kleding vernauwen
Gangbaarheid
- Het woord innemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'innemen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.