aannemen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·ne·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en nemen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aannemen |
nam aan |
aangenomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
aannemen
- overnemen
- overgankelijk geloven
- Hij nam dat zonder meer aan.
- overgankelijk goedkeuren
- Het voorstel is gisteren aangenomen door de raad.
- adopteren
- Het kinderloze gezin had 2 kinderen aangenomen.
- een werk op de gestelde voorwaarden op zich nemen
- De aannemer neemt werk aan voor een bepaalde prijs en onder voorwaarde het op een bepaalde tijd af te hebben.
- opnemen in een vereniging
- De ballotagecommissie besliste dat hij werd aangenomen in de vereniging.
- (protestants) toelaten tot alle rechten van de Kerk
- in dienst nemen
- Het bedrijf had net 40 nieuwe mensen aangenomen.
- overgankelijk een veronderstelling maken
- Als we aannemen dat de temperatuur constant blijft, kunnen we uitrekenen hoeveel er oplost.
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: rouw aannemen
rouw dragen
- [1]: goed van aannemen
gemakkelijk lerend
- [1]: het is geen aangenomen werk
er is geen haast bij
Vertalingen
1. overnemen
Gangbaarheid
- Het woord aannemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aannemen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.