werknemer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·ne·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van werk en de stam van nemen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord werknemer werknemers
verkleinwoord werknemertje werknemertjes

Zelfstandig naamwoord

werknemer m

  1. iemand die voor een ander werkt en daarvoor betaald wordt
    • Hij is aangesloten bij een vereniging van werknemers. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
  • caowerknemer, collega-werknemer, ex-werknemer, invoegwerknemer, medewerknemer, niet-werknemer, oud-werknemer, overheidswerknemer, werkgever-werknemer
Afgeleide begrippen
  • werknemersaandeel
  • werknemersaantal
  • werknemersbelang
  • werknemersbestand
  • werknemersbijdrage
  • werknemersblok
  • werknemersbond
  • werknemerscentrale
  • werknemerscommissaris
  • werknemersdeel
  • werknemersgegevens
  • werknemerskant
  • werknemerskennis
  • werknemersonderzoek
  • werknemersverkeer
  • werknemersverklaring
  • werknemersvertegenwoordiger
  • werknemersvertegenwoordiging
  • werknemersverzekering
  • werknemersvoorzitter
  • werknemerszelfbestuur
  • werknemerszijde
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werknemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.