melk
![](../I/m/Milk_glass.jpg)
melk
Nederlands
Woordafbreking
- melk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vloeistof uit zoogklieren’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
|
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melk | - |
verkleinwoord | melkje | melkjes |
Zelfstandig naamwoord
melk v/m
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
melken |
melk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melken
- Ik melk.
- gebiedende wijs van melken
- Melk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van melken
- Melk je?
Gangbaarheid
- Het woord melk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'melk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.