melken
Nederlands
Woordafbreking
- mel·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
melken /mɛlkə(n)/ |
melkte molk /mɔlk/ |
gemolken /ɣəmɔlkə(n)/ |
klasse 3
zwak -t
|
volledig |
Werkwoord
melken
- overgankelijk, (veeteelt) de melk uit de klieren van een zoogdier halen
- De koeien moeten nog gemolken.
- overgankelijk overdrachtelijk: iets nuttigs aftappen, iets uitbaten
- Het gif van deze boomslang wordt gemolken om er een tegengif van te maken.
- het melken van duiven is zijn hobby
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord melken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'melken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.