ran

Engels

Werkwoord

ran

  1. verleden tijd enkelvoud en meervoud van run


Kiribatisch

Zelfstandig naamwoord

ran

  1. water (al dan niet fris)
  2. vloeistof
  3. sap, jus, vocht
  4. melk
  5. putwater


Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ɾɑːn/
Woordafbreking
  • ran
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord rán.

Zelfstandig naamwoord

ran o

  1. (juridisch) roof
  1. «Politiet ble i dag utsatt for ran på høylys dag.»
    De politie was vandaag onderworpen aan een roof op klaarlichte dag.
  2. (juridisch) roofoverval
Verbuiging
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ran     ranet     ran     rana
ranene  
genitief   rans     ranets     rans     ranas
ranenes  
Synoniemen
  • [1]: røveri
  • [2]: voldstyveri
Afgeleide begrippen


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ɾɑːn/
Woordafbreking
  • ran
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord rán.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ran     ranet     ran     rana
bijvorm: rani  

Zelfstandig naamwoord

ran o

  1. (juridisch) roof
  2. (juridisch) roofoverval
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.