soja

Variëteiten aan sojabonen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·ja
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘pikante saus’ voor het eerst aangetroffen in 1670 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord soja -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

soja m

  1. (plantkunde), (voeding) Glycine max de sojaplant is een peulvrucht waarvan de boon als grondstof dient voor veel producten
  2. (voeding) sojasaus
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord soja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.