balkon
Nederlands
Woordafbreking
- bal·kon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘open uitbouw van huis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balkon | balkons |
verkleinwoord | balkonnetje | balkonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
balkon o
- een bouwkundig onderdeel op een etage dat uit de gevel naar voren springt
- Het balkon bij een paleis is vooral van belang voor de balkonscène.
- Ik liep naar het balkon. Ik hield mezelf met beide handen vast aan de smeedijzeren reling. Ik wilde er in amazonezit mijn benen overheen slaan en de stervensaria van Donizetti zingen om me vervolgens te pletter te laten vallen. [2]
- een bepaalde plaats in tram of trein
- Helemaal achterin de tramwagon was vroeger een opstapje dat het balkon heette.
- een rang in een theater of bioscoop
- Het balkon is boven de grote zaal gelegen en heeft zo een vrij uitzicht op het toneel, maar is wel verder van het toneel af gelegen.
Vertalingen
1. een bouwkundig onderdeel
Gangbaarheid
- Het woord balkon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'balkon' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /balkɔːn/
Woordafbreking
- bal·kon
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Italiaanse balcone
Zelfstandig naamwoord
balkon monbezield
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | balkon | balkony |
genitief | balkonu | balkonů |
datief | balkonu | balkonům |
accusatief | balkon | balkony |
vocatief | balkone | balkony |
locatief | balkonu / balkoně | balkonech |
instrumentalis | balkonem | balkony |
Afgeleide begrippen
- balkonový
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Turks
Woordafbreking
- bal·kon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | balkon | balkonlar |
genitief | balkonun | balkonların |
datief | balkona | balkonlara |
accusatief | balkonu | balkonları |
locatief | balkonda | balkonlarda |
ablatief | balkondan | balkonlardan |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.