adam
Nederlands
Woordafbreking
- adam
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Adam en de eerste mens volgens de Bijbel; gespeld met een kleine letter volgens spellingregel 16.C [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adam | adams |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
adam m
- man die wordt beschouwd als de eerste van een afstammingsreeks
- Eerder onderzoek suggereerde dat de oermoeder, de eva van het mitochondriaal DNA, een stuk vroeger leefde dan de adam van het Y-chromosoom. [2]
Synoniemen
- oervader, stamvader
Gangbaarheid
- Het woord adam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adam' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Turks
Woordafbreking
- adam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | adam | adamlar |
genitief | adamın | adamların |
datief | adama | adamlara |
accusatief | adamı | adamları |
locatief | adamda | adamlarda |
ablatief | adamdan | adamlardan |
Zelfstandig naamwoord
adam
- «Tecrübeli bir adam izlenimini verdi.»
- Hij gaf de indruk van een ervaren man.
- «Tecrübeli bir adam izlenimini verdi.»
- (maatschappij) mens
- (maatschappij) persoonlijkheid
Typische woordcombinaties
- [1]: genç adam
een jonge man
- [1]: adam evlâdı
een man met een goede kinderkamer
- [1]: adam gibi
fatsoenlijk, netjes (letterlijk: als een man)
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: Âdem ile Havva
Adam en Eva
- [1]: adam olmak
de kinderschoenen ontgroeien
- [2]: birini adam yerine koymak
iemand erg waarderen, veel met iemand ophebben
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.