netjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /nɛcəs/
Woordafbreking
  • net·jes
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van net met het achtervoegsel -jes dat er een bijwoord van maakt.
stellend
onverbogen netjes
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

netjes dim. tant.

  1. tot netheid geneigd
    • Zij is altijd al erg netjes geweest. 

Bijwoord

netjes

  1. op een nette manier
    • Hij heeft zijn kamer netjes opgeruimd. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

netjes mv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord net

Gangbaarheid

  • Het woord netjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.