fatsoenlijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fat·soen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fatsoenlijkfatsoenlijkerfatsoenlijkst
verbogen fatsoenlijkefatsoenlijkerefatsoenlijkste
partitief fatsoenlijksfatsoenlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

fatsoenlijk

  1. degelijk
    • De grasmaaier was een fatsoenlijk apparaat. 
  1. op een nette manier zonder te morsen en te smakken
    • Hij kan niet eens fatsoenlijk eten. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fatsoenlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.