stamvader

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stam·va·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stamvader stamvaders
verkleinwoord stamvadertje stamvadertjes

Zelfstandig naamwoord

stamvader m

  1. de eerst in een rij van afstammelingen
    • Abraham is de stamvader van de Joden.  
Synoniemen
  1. aanstichter, oprichter, grondlegger, grondvester

Gangbaarheid

  • Het woord stamvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.