persoonlijkheid
Nederlands
Woordafbreking
- per·soon·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van persoonlijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | persoonlijkheid | persoonlijkheden |
verkleinwoord | persoonlijkheidje | persoonlijkheidjes |
Zelfstandig naamwoord
persoonlijkheid v
- het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
- Hij is een heel vriendelijke persoonlijkheid.
- iemand die bekend is door [1] bij een groter publiek
- Dit zijn persoonlijkheden die stempel gedrukt hebben op een hele generatie.
Hyponiemen
- borderline-persoonlijkheid, podiumpersoonlijkheid, rechtspersoonlijkheid, televisiepersoonlijkheid
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
Gangbaarheid
- Het woord persoonlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'persoonlijkheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.