per

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  per    (hulp, bestand)
  • IPA: / pɛr /
Woordafbreking
  • per
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1579 [1]
  • [2]

Voorzetsel

per

  1. door middel van, met
    • Per fiets, per boot. 
    • Per post, per sms. 
  2. volgens, op basis van
    • Lijsten van musea per land. 
  2. over een periode van, over een afstand van.
    • Driemaal per dag. 
    • 5 liter per 100 kilometer. 
  2. met ingang van, vanaf
    • De nieuwe wet wordt per 1 januari 2007 van kracht. 
    • De trainer werd per direct ontslagen. 
  2. door, wegens
    • Per ongeluk. 
    • Per abuis. 
Anagrammen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
    1. door middel van   
    3. over een periode van, over een afstand van.   
    5. door, wegens   

Gangbaarheid
  • Het woord per staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "per" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. per op website: Etymologiebank.nl

Indonesisch
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /pər/
Woordafbreking
  • per
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

per

  1. per (in het Nederlands een voorzetsel)
  1. «tujuh puluh kilometer per jam;»
    tachtig kilometer per uur

Voorzetsel

per

  1. tussen twee getallen om een breuk aan te geven, gedeeld door, per
  1. «lima per enam»
    vijf zesde
  2. voor
  1. «Satu per satu mereka masuk ke toilet»
    Eén voor één gingen ze naar het toilet.
  2. door middel van, per
  1. «Anda juga dapat memesan per telepon.»
    U kunt ook bestellen per telefoon.
Synoniemen
  • [1] (Telwoord) setiap
  • [1] (Voorzetsel) bagi
  • [2] (Voorzetsel) demi
  • [3] (Voorzetsel) dengan, lewat, melalui, via

Indonesisch
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /per/
Woordafbreking
  • per
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] (Voorzetsel) van het Nederlands "per"
  • [1] (Zelfstandig naamwoord) van het Nederlands "peer"
  • [2],[3] (Zelfstandig naamwoord) van het Nederlands "veer"

Voorzetsel

per

  1. met ingang van, vanaf, per
  1. «Peraturan itu berlaku per 1 Agustus tahun ini.»
    Deze regelgeving is van kracht vanaf 1 augustus dit jaar.

Zelfstandig naamwoord

per

  1. (voeding) peer
  2. peer, gloeilamp
  3. springveer, veer
  1. «per rambut»
    horlogeveer
Synoniemen
  • [1] (Voorzetsel) mulai, sejak
  • [2] (Zelfstandig naamwoord) bohlam, bola lampu, lampu busur, lampu pijar
  • [3] (Zelfstandig naamwoord) pegas, paha belalang

Latijn

Voorzetsel

pĕr + accusatief

  1. door, doorheen
  2. gedurende

Papiamento

Zelfstandig naamwoord

per

  1. (fruit) peer
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.