aanbeeld
Nederlands
Woordafbreking
- aan·beeld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en beeld [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbeeld | aanbeelden |
verkleinwoord | aanbeeldje | aanbeeldjes |
Zelfstandig naamwoord
aanbeeld o [2]
- (techniek) (gereedschap) (metaalbewerking) het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
- (anatomie) gehoorbeentje
- (meteorologie) een paddenstoelvormige wolk die zich soms boven een buienwolk ontwikkeld
Meroniemen
- [1] baan
- [1] hoorn
- [1] schroodgat
Afgeleide begrippen
- [1] aanbeeldsblok
Verwante begrippen
- smidse, smeedijzer, smeedstaal, tas
Hyponiemen
- bankaanbeeld, handaanbeeld
Afgeleide begrippen
- aanbeeldsbeentje, aanbeeldsblok
Uitdrukkingen en gezegden
- Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan ( of hameren)
steeds op dezelfde zaak terugkomen (Stoett-8 [3])
Vertalingen
1. het smeedblok waarop de smid het gloeiend metaal smeedt
|
Gangbaarheid
- Het woord aanbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanbeeld' herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.