smid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smid
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘metaalbewerker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1138 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord smid smeden
verkleinwoord smidje smidjes

Zelfstandig naamwoord

smid m

  1. (beroep) iemand die gloeiend metaal bewerkt met een hamer op een aambeeld
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord smid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord smid smede

Zelfstandig naamwoord

smid

  1. (beroep) smid


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

smid m

  1. (beroep) smid
Hyperoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.