Pierre Cuypers

Petrus Josephus Hubertus (Pierre) Cuypers (Roermond, 16 mei 1827 – aldaar, 3 maart 1921) was een Nederlands architect.

Petrus Josephus Hubertus Cuypers
Pierre Cuypers
Persoonsinformatie
Nationaliteit Nederland
Geboortedatum16 mei 1827
GeboorteplaatsRoermond
Overlijdensdatum3 maart 1921
OverlijdensplaatsRoermond
Werken
Belangrijke gebouwenRijksmuseum, Amsterdam Centraal Station
StijlNeogotiek, eclecticisme
RKD-profiel
Portaal    Civiele techniek en bouwkunde
Cuypers rond 1905
De oude Cuypers met zijn ridderorden waaronder de door hem ontworpen Orde van Oranje-Nassau

Zijn naam wordt vaak in een adem genoemd met het Rijksmuseumgebouw (1876-1885) en het Centraal Station (1881-1889), beide in Amsterdam. Cuypers was echter in de eerste plaats een architect van kerken. Hij ontwierp meer dan 100 kerken, waarvan er ongeveer 70 werden gebouwd. Daarnaast ontwierp Cuypers kapellen en kloosters en restaureerde hij tientallen oude kerken, waarbij de restauratie vaak samenging met een uitbreiding en/of metamorfose in Cuypers' stijl. Behalve kerken restaureerde hij een groot aantal andersoortige monumenten. Ook was hij de ontwerper van de troon waarop de Koning elk jaar tijdens Prinsjesdag de troonrede uitspreekt. Deze troon stamt uit 1904.[1]

Cuypers' invloed beperkte zich niet alleen tot zijn eigen zoon, architect Joseph Cuypers, en tot zijn vele eigen leerlingen, maar ook architecten als H.P. Berlage en Michel de Klerk zijn in grote mate door hem beïnvloed. De architect werd verketterd en vereerd. Sommige niet-katholieken vonden dat hij met zijn architectuur Nederland terugvoerde naar de 'donkere middeleeuwen'. De door hem ontworpen neogotische interieurs zijn in latere jaren welhaast stelselmatig verminkt. Begin eenentwintigste eeuw worden echter miljoenen uitgetrokken om gebouwen als het Centraal Station en het Rijksmuseum weer in oude luister terug te brengen.[2]

Het jaar 2007-2008 werd uitgeroepen tot het Cuypersjaar ter gelegenheid van zijn 180e geboortedag. In september 2007 verschenen een uitgebreide monografie[3] en de eerste biografie over Cuypers.[4] In 2011 opende het Cuypershuis in Roermond. Het museum is gevestigd in zijn oorspronkelijke woonhuis en ateliers.


Biografie

Cuypers was de zoon van een kerkenschilder en groeide op in een omgeving waarin belangstelling voor kunst werd aangemoedigd. Na zijn opleiding aan het Stedelijk College te Roermond vertrok hij in 1844 naar Antwerpen om er aan de Kunstacademie architectuur te studeren. Hier kreeg hij les van Frans Andries Durlet, Frans Stoop en Ferdinand Berckmans, allen pioniers van de neogotiek in België. Cuypers was een goede leerling; in 1849 slaagde hij en behaalde hij de Prix d'Excellence. Een van zijn examenstukken was het ontwerp voor een neogotische kerk. In hetzelfde jaar deed hij mee aan een concours om stadsarchitect van Maastricht te worden. Hij eindigde als vierde.[5]

Na een rondreis door het Duitse Rijnland, waar hij onder meer de in aanbouw zijnde Dom van Keulen bezocht, keerde hij terug naar Roermond, waar hij in 1851 tot stadsarchitect werd benoemd. In 1852 richtte hij met F. Stoltzenberg het Atelier Cuypers-Stoltzenberg op, waar kerkelijke kunst en meubelstukken werden vervaardigd. In Cuypers' woonhuis bij het atelier, dat hij in 1853 bouwde, is heden het Cuypershuis gevestigd.[6]

Pierre Cuypers is tweemaal getrouwd geweest: zijn eerste huwelijk was in 1850 met Rosalia Vandevin uit Antwerpen. Ze kregen twee dochters, maar moeder en de tweede dochter stierven aan tuberculose in 1855.

In 1859 trouwde Cuypers met Alberdingk Thijms zuster Antoinette, die een begaafd zangeres was. Uit dit huwelijk werden twee zoons en drie dochters geboren, onder wie zoon Joseph, die later eveneens een beroemd architect werd.

Gemetselde gewelven

Cuypers was de eerste Nederlandse architect die zich verdiepte in de constructie-eigenschappen van de gotiek en het ook aandurfde die principes in de praktijk te brengen. Zo was hij de eerste architect sinds eeuwen die weer gemetselde gewelven toepaste. Zijn concurrent, de Duitser Carl Weber, die oorspronkelijk uit Keulen afkomstig was maar zich later eveneens in Roermond vestigde, toonde weliswaar een vergelijkbare interesse, maar was conservatiever bij de toepassing van zijn kennis. Hoewel Weber waarschijnlijk de eerste in Nederland was die een neogotische kerk bouwde, was het Cuypers die voor een echte ommezwaai zorgde. Geleidelijk werd het decoratief toepassen van gotische vormen vervangen door de echte neogotiek, waarbij de bouwkundige principes van de gotiek minstens zo belangrijk zouden zijn als de vormen. Om zijn kennis van de gotiek te vergroten volgde Cuypers in ca. 1854 enkele lessen bij de Franse architect E.E. Viollet-le-Duc, met wie hij bevriend raakte. Doordat Cuypers over een eigen werkplaats voor kerkelijke kunst beschikte was hij in staat kerken compleet met interieur te leveren.

Cuypers' werk trok de aandacht van de katholieke schrijver Joseph Alberdingk Thijm, die Cuypers' neogotische werk in het blad Dietsche Warande als de ware katholieke architectuur beschreef. Inderdaad zou na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 de neogotiek snel de katholieke stijl bij uitstek worden. Alberdingk Thijms reclame voor Cuypers had tot gevolg dat de architect vanaf 1859 ook boven de grote rivieren ging bouwen, te beginnen met de Sint-Laurentiuskerk in Alkmaar.

Eén van zijn eerste grote projecten waarbij hij de neogotiek toepaste, was bij het herstel van de Sint-Petrus' Stoel van Antiochiëkerk in Sittard. De in 1857 door brand verwoeste barokke torenspits werd in 1861 vervangen door een neogotisch ontwerp van Cuypers.

Franse invloed

Cuypers' kerkelijke werk was aanvankelijk sterk beïnvloed door de 13e-eeuwse Franse gotiek. Volgens Alberdingk Thijm moest de gotiek eerst opnieuw ontdekt worden voordat de architectuur verder kon worden ontwikkeld omdat de Reformatie voor een breuk in de traditie had gezorgd. Omdat Alberdingk Thijm de inheemse laat-gotiek als inferieur beschouwde moest de breuk eerder worden hersteld, namelijk met het hoogtepunt van de gotiek. Verspreid over Nederland bouwde Cuypers een groot aantal kerken waarin deze Franse invloed een vooraanstaande rol speelde. Hoogtepunten uit deze eerste perioden zijn onder andere de Sint-Lambertuskerk in Veghel en de Sint-Catharinakerk in Eindhoven. In beide gevallen moest een middeleeuwse kerk wijken voor de nieuwbouw. Dit is kenmerkend voor Cuypers' vroege periode: de herbouw van de katholieke kerk als instituut was belangrijker dan het bewaren van het architectonische verleden van de kerk. In datzelfde licht moet ook Cuypers' kerk in Oudenbosch gezien worden. In dit geval echter zondigde hij, door een kopie van de Sint-Pieterskerk in Rome te bouwen, tegen zijn eigen principes over neogotiek en eerlijk materiaalgebruik. Het resultaat was een enorme kerk in de door hem zo verfoeide neoclassicistische stijl, compleet met pleisterwerk en met marmerpatronen beschilderd hout.

Naast de bouw van vele nieuwe kerken en enkele wereldlijke gebouwen leidde Cuypers een groot aantal restauraties in binnen- en buitenland. Cuypers' opvattingen over restauraties zijn later vaak bekritiseerd; niet zelden hield restauratie in dat het uiterlijk van het gebouw danig werd aangetast om te voldoen aan een ideaalbeeld van de betreffende stijl of aan het idee hoe de oorspronkelijke bouwers het gebouw hadden bedoeld. Een vroeg voorbeeld hiervan is de omvangrijke restauratie van de Munsterkerk in Roermond, waarbij Cuypers twee oorspronkelijke torens liet vervangen door nieuwe, een barokke toren liet slopen en twee andere, onvoltooide torens sterk liet verhogen. Mede vanwege de ophef rond deze restauratie besloot Cuypers in 1865 zijn geboortestad te verlaten en zich te vestigen in Amsterdam, waar hij op eigen grond de Vondelstraat liet aanleggen, met huizen en een kerk naar eigen ontwerp, de Vondelkerk. In Amsterdam bouwde Cuypers in totaal zes kerken. In de meeste gevallen moest de architect de beperkte beschikbare ruimte optimaal benutten. De grotendeels wigvormige Maria Magdalenakerk uit 1889-1891 (gesloopt in 1968) was misschien wel Cuypers' grootste prestatie.

Verstandhouding met Aartsbisdom Utrecht

Vanaf ca. 1870 ontwikkelde Cuypers zijn stijl verder door ook invloeden uit inheemse varianten van de gotiek te verwerken. Deels komt dit voort uit de macht van het St. Bernulphusgilde in het Aartsbisdom Utrecht, waar onder bescherming van mgr. Schaepman deze Utrechtse School van de neogotiek, met name de architect Alfred Tepe, een belangrijke positie had. Wanneer Cuypers in dit grote gebied opdrachten wilde binnenhalen, moest hij zich conformeren aan de opvattingen van het gilde. Zo werd hij tot twee keer toe, respectievelijk bij de Sint-Vituskerk in Bussum (1883) en bij de Sint-Jozefkerk in Groningen (1886), gedwongen de, door het gilde geïdealiseerde, Broederenkerk te Zutphen te kopiëren. In 1876 had hij al zijn ontwerp voor een kerk in het Friese Heeg moeten aanpassen door er elementen uit het concurrerende ontwerp van Tepe in te verwerken.

In de provincie Utrecht zou Cuypers nooit een kerk bouwen; hier kreeg Tepe vrijwel het totale monopolie. Belangrijke kerkelijke werken uit Cuypers' tweede periode zijn de Sint-Bonifatiuskerk te Leeuwarden, de Sint-Vituskerk te Hilversum, de Sint-Vituskerk in Bussum en de Sint-Petrus' Banden in Oisterwijk. Vanaf 1886 liet Cuypers geleidelijk meer werk over aan zijn zoon Joseph Cuypers, waardoor nu vaak onduidelijk is welke architect voor welk werk verantwoordelijk was. In 1894 verruilde Cuypers Amsterdam voor Valkenburg en kreeg zijn zoon de leiding over het Amsterdamse kantoor.

Dommeister

Ook in het buitenland heeft Cuypers een aantal kerken gebouwd, waaronder drie in België en een in Noorwegen. Op 23 september 1873 werd Cuypers benoemd tot Dombaumeister van Mainz, een functie die hij tot 1877 bekleedde. In die hoedanigheid restaureerde en vergrootte hij de Dom in die stad (hij plaatste in 1875 - 1879 een achtkantige vieringstoren op de plek van de eerder gesloopte koepel van Georg Moller) en trad Cuypers op als adviseur in bouwzaken van de bisschop. Als zodanig adviseerde hij bij de restauratie van een aantal andere kerken in het bisdom.

In eigen land werd Cuypers in 1875 lid van het College van Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst. In deze functie speelde hij een belangrijke rol bij de restauraties van met name middeleeuwse monumenten. Het was een machtige positie waarin Cuypers kon beslissen over het al dan niet toekennen van rijkssubsidies. Deze macht heeft hij meerdere malen gebruikt om middeleeuwse kerken in protestantse handen een meer oorspronkelijk (lees: katholiek) uiterlijk te geven, wat in een aantal gevallen tot conflicten leidde. In 1879 werd het College ontbonden, maar Cuypers bleef op het gebied van restauraties een autoriteit waar niemand omheen kon. Nog tot na 1900 zijn er in Nederland maar weinig restauraties geweest waarbij Cuypers niet op zijn minst als adviseur betrokken was. Net als bij de Munsterkerk in Roermond was de lijn tussen restauratie en nieuwbouw vaak erg dun. Een hoogtepunt is de herbouw van Kasteel de Haar in Haarzuilens, een kasteel in romantisch aandoende neogotiek waarbij op grote schaal gietijzer werd toegepast. In latere restauraties toonde Cuypers meer respect voor de toenmalige toestand van een gebouw en de veranderingen die een gebouw sinds de bouwtijd had ondergaan. Tussen 1888 en 1889 was Cuypers een enkel jaar voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst.

Rijksmuseum

Hoewel zijn ontwerpen slechts ten dele neogotisch waren en sterk op het maniërisme uit de 17e eeuw waren gebaseerd, werd het resultaat als 'te katholiek' beschouwd, hetgeen voor voorstanders van protestantse dominantie onaanvaardbaar was. Cuypers ontwierp voor het Rijksmuseum ook een aantal bijgebouwen, in een waarvan hij zijn firma vestigde (in een ander gebouw stichtte hij een tekenschool waar hij zelf les gaf), en bemoeide zich actief met de collectievorming. In een vergelijkbare stijl als die van het Rijksmuseum bouwde Cuypers eveneens in Amsterdam het Centraal Station. Afgezien van deze twee opdrachten heeft Cuypers weinig overheidsgebouwen ontworpen.

Tot op zeer hoge leeftijd bleef Cuypers actief. Zijn laatste kerken bouwde hij in 1914 in Vlissingen en Venlo. In de jaren daarna voerde hij nog enkele restauraties uit. Hij overleed in 1921 in Roermond. Daar bevindt zich sinds 1930 naast de Munsterkerk een Cuypers-monument, vervaardigd door de beeldhouwer August Falise. Het grafmonument van Pierre Cuypers, in 2006 gerestaureerd, bevindt zich op Het Oude Kerkhof, Kapel in ’t Zand, in Roermond.

Fotogalerij

Selectie van werken (chronologisch)

Het jaartal staat voor het begin van de bouw.

Plaatsnaam Gebouw Jaar Opmerkingen
MontfortJachtslot Kasteel Montfort1846gerestaureerd in 2005-'06
VenrayPastorie1850
RoermondHuis1851
RoermondCuypershuis: eigen huis met werkplaats1853
OeffeltSint-Salvatorkerk1853door brand verloren gegaan in 1944
Kranenburg (Gelderland)Sint-Antoniuskerk en pastorie1856
HuissenDominicanenklooster1856
VeghelSint-Lambertuskerk1856
MaastrichtSint-Martinuskerk1856
PosterholtKasteel Aerwinkel1856
StevensweertStadhuis1857
DemenSint-Willibrorduskerk1857
HelenaveenSint-Willibrorduskerk1857door brand verloren gegaan in 1944
HaelenSint-Lambertuskerk1858
JabeekSint-Gertrudiskerk1858
Sint AgathaRestauratie Kruisherenkerk1858
NijmegenRestauratie Jezuïetenkerk1858
AlkmaarSint-Laurentiuskerk1859
EindhovenSint-Catharinakerk1860
ThornRestauratie Stiftskerk1860
AmsterdamKerk Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (Posthoornkerk)1860
Peykerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen1860
SittardRestauratie Sint-Petrus' Stoel van Antiochiëkerk1861
BredaSint-Barbarakerk1865
PosterholtGrafkapel Grafkapel Geradts-Mulbracht1865gerestaureerd in 2010
AlkmaarSint-Dominicuskerk1866gesloopt in 1985
OspelKerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen1866/67
BrusselSint-Antonius van Paduakerk1867
OudenboschH.H. Agatha en Barbarakerk1867
Ouderkerk aan de AmstelSint-Urbanuskerk1867
VenrayRestauratie Sint-Petrus' Bandenkerk1867opgeblazen in 1944
RuurloSint-Willibrorduskerk1868
KloosterburenSint-Willibrorduskerk1868
LangenboomSint-Josefkerkca.1868verloren gegaan door tornado van 10 aug. 1925
BlauwhuisSint-Vituskerk1869
BocholtzJacobus de Meerderekerk1869
Horst (Limburg)Uitbreiding Lambertuskerk1869opgeblazen in 1944
VeghelFranciscanessenklooster1869
DokkumSint-Bonifatiuskerk1870
AmsterdamHeilig-Hartkerk (Vondelkerk)1870
EchtRestauratie en uitbreiding Sint-Landricuskerk1870
MaastrichtRestauratie Sint-Servaaskerk1870-90westwerktoren in 1955 door brand verloren gegaan
AmsterdamSint-Willibrorduskerk buiten de Veste1871gesloopt in 1970-'71
SappemeerSint Willibrorduskerk1871
SneekSint-Martinuskerk1872onvoltooid
WijtgaardO.L.V. Ten Hemelopnemingkerk1871Afgebroken in 1966
MainzRestauratie Dom van Mainz1873
KesselKerk O.L. Vrouw Geboorte1873toren opgeblazen in 1944, gewijzigd herbouwd
AmsterdamVondelfontein1873in 1949 gesloopt en in 2009 is er een reproductie teruggeplaatst
Den HaagSint-Jacobus de Meerderekerk1875
MheerSint-Lambertuskerk1875-81
BovenkerkSint-Urbanuskerk187515 september 2018 brand, dak ingestort, muren en toren staan nog
AmsterdamRijksmuseum1876
DrutenH.H. Ewaldenkerk1877
VenloRestauratie Sint-Nicolaaskerk (Klaaskerk)1877gebombardeerd in 1944
MaastrichtRestauratie Sint-Janskerk1877-85
Nes op AmelandSint-Clemenskerk1878door brand verloren gegaan in 2013
Baarlo (Limburg)Restauratie H. Petruskerk1878opgeblazen in 1944
VenloRestauratie Grote of Sint-Martinuskerk1879door brand verloren gegaan in 1944
SevenumH. Fabianus en Sebastianuskerk1879opgeblazen in 1944
HeesAbt St Antonius1880
Sint OdiliënbergRestauratie Sint-Wirokerk1880
AmsterdamCentraal Station1881
LeeuwardenSint-Fredericus Gesticht1881gesloopt in 1966
DeurneRestauratie en uitbreiding Sint-Willibrorduskerk1881ontwerp gewijzigd in 1961
LeeuwardenSint-Bonifatiuskerk1882
NieuwstadtRestauratie Sint Johannes de Doper1882
BussumSint-Vituskerk1883
AmsterdamH.H. Nicolaas en Barbara (De Liefde)1884gesloopt in 1990
AmsterdamSint-Dominicuskerk1884
DelftSint-Hippolytuskerk1885gesloopt in 1974
AmersfoortRestauratie Koppelpoort1885
SusterenRestauratie Stiftskerk1885
Achel (België)Abdijkerk Achelse Kluis1885
Den HaagFontein op het Binnenhof1885
GroningenSint-Jozefkerk en pastorie1886-1887
MaastrichtRestauratie Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw1886-1906
AmsterdamMaria Magdalenakerk1889gesloopt in 1968
ValkenswaardN.H. kerk Weerderhuys1890groot onderhoud in 2008
HilversumSint-Vituskerk1891
Valkenburg aan de GeulKurhaus Huis ter Geul1892
Valkenburg aan de GeulGrafkapel Habets1892
HaarzuilensHerbouw Kasteel de Haar1892
Oisterwijkkerk Sint-Petrus' Banden1894
GroningenSint-Martinuskerk1895gesloopt in 1982
NijswillerRestauratie en uitbreiding Sint-Dionysiuskerk1895
MuidenRestauratie Muiderslot1895
TilburgHeilig Hartkerk1897gesloopt in 1976
HelmondHeilig Hartkerk1897gesloopt in 1955
KlimmenRestauratie Sint-Remigiuskerk1904
Valkenburg aan de GeulRestauratie en vergroting H.H. Nicolaas en Barbarakerk1904
VlissingenEngelse kerk1905Gesloopt voor bouw stadhuis in 1964
UtrechtRestauratie Huis Zoudenbalch1905
RoermondRestauratie Minderbroederskerk1906
OosterhoutSint-Antoniuskerk1907
HoevenSeminarie Bovendonk1907
Valkenburg aan de GeulRomeinse Katakomben1908-13
Den HaagKosterswoning Grote of Sint-Jacobskerk1910Onderdeel van restauratiewerkzaamheden onder zijn leiding tussen 1910 en 1921
VenloKerk Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen1913ontwerp gewijzigd in 1947
AsseltRestauratie en uitbreiding Sint-Dionysiuskerk1916
Valkenburg aan de GeulOpenluchttheater Valkenburg1916
VenloUitbreiding Kapel van Onze Lieve Vrouwe van Genooi1917
ZwolleGedenkteken Thomas a Kempis1919
Hamont (België) Ursulinenklooster (kapel) 1919

Onderscheidingen en eerbetoon

De Nederlandse regering heeft Pierre Cuypers onderscheiden met het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was zoals een klein aantal andere zeer vooraanstaande kunstenaars ook Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Koningin Wilhelmina verleende hem de zeldzame Eremedaille in Goud voor Voortvarendheid en Vernuft verbonden aan de Huisorde van Oranje. De katholieke Cuypers was Ridder in de Pauselijke Orde van Sint-Gregorius de Grote. Cuypers was Commandeur der Ie Klasse of Grootofficier in de Spaanse Orde van Isabella de Katholieke.

Leerlingen en medewerkers

Plaquette geboortehuis (Hamstraat, Roermond)

Het grote belang van Cuypers spreekt mede uit het grote aantal architecten die in zijn dienst werden opgeleid. Architecten die vroeg in hun carrière op de bureaus van Cuypers in Roermond en Amsterdam werkten zijn o.a.:

Werk in openbare collecties (selectie)

Trivia

  • In 1907 werd hij verzocht voorzitter te worden van de Ambacht en Teekenschool in Roermond, hij bleef dit tot zijn dood, in 1921. Nadat de opleiding naar nieuwbouw verhuisde in 1960/61 werd de nieuwe locatie R.K. Scholengemeenschap Dr. Cuypers gedoopt.
  • Openbaar-vervoerbedrijf Veolia vernoemde een van zijn Velios-treinen naar Cuypers.[8]
  • In mei 2008 werd er een musical opgevoerd in het Theaterhotel de Oranjerie, gebaseerd op het leven van Pierre Cuypers. De musical was geschreven door Hans van Bergen, met muziek van Hub Boesten en stond onder regie van André van Hest.[9]
  • In 2007 verscheen de Cuyperscode, een Alternate Reality Game over het leven en werken van Pierre Cuypers. De enorme hoeveelheid achtergrondinformatie en het spel-element maakten deze ARG geschikt voor het onderwijs. In januari 2009 verscheen deel 2 van de Cuyperscode.[10]

Zie ook

Bibliografie (selectie)

  • Kuyvenhoven, F. (2010) Index Nederlandse beeldende kunstenaars, kunstnijveraars en fotografen. ISBN 9789072905550
  • Leeuwen, A.J.C. van (2007). Pierre Cuypers, architect (1827-1921) / eindred. M. van Leeuwen-Pilet. Waanders/Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Zwolle/Amersfoort etc. (Cultuurhistorische studies). Uitg. in opdracht van het Cuypersgenootschap.
  • Montijn, Ileen (2007). Pierre Cuypers 1827-1921 : schoonheid als hartstocht. Inmerc/Stedelijk Museum, Wormer/Roermond. 120 p. ISBN 978-90-6611-636-8.
Zie de categorie Pierre Cuypers van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.