Alkmaar

Alkmaar ( uitspraak (info / uitleg)) is een stad in de provincie Noord-Holland in Nederland, en de hoofdplaats van de gemeente Alkmaar.

Alkmaar
Plaats in Nederland
Het Waaggebouw en Waagplein in de binnenstad
(Details) (Details)

Situering
Provincie Noord-Holland
Gemeente Alkmaar
Coördinaten52° 37 NB, 4° 45 OL
Algemeen
Inwoners (BAG, 2019)89.905[1]
InwonersnaamAlkmaarder
- BijnaamKaaskop
Overig
Postcode1800-1827
Netnummer072
Woonplaatscode2348
Belangrijke verkeersadersA9 N9 N203 N242 N243 N244 N245 N508 N510 N512
Detailkaart
Foto's
De Sint-Josephkerk met de Nassaubrug op de voorgrond
Portaal    Nederland

Alkmaar heeft een historisch centrum met 399 rijksmonumenten en 700 gemeentelijke monumenten.[2] De stad staat bekend als "de kaasstad". Van begin april tot eind september wordt wekelijks een traditionele kaasmarkt gehouden.[3] Een inwoner van Alkmaar heet een Alkmaarder, maar wordt in de volkstaal kaaskop genoemd.[4] De stad beschikt over twee spoorwegstations: station Alkmaar en station Alkmaar Noord.

Alkmaar ligt in de samenwerkingsregio Kennemerland, en deels in West-Friesland. Tevens werkt het samen met omliggende gemeenten in de Regionale bestuurskracht Alkmaar. Het verstedelijkte gebied om Alkmaar neemt in de regio een belangrijke plaats in. Het is min of meer vastgegroeid aan plaatsen als Heerhugowaard, Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude, Broek op Langedijk, Sint Pancras, Oudkarspel, Obdam, Hensbroek, Bergen, Heiloo, Limmen, Castricum, Akersloot en Uitgeest. De complete agglomeratie, ook wel Groot-Alkmaar genoemd, strekt zich globaal uit van Uitgeest tot en met de dorpen Warmenhuizen en Tuitjenhorn in het zuiden van de gemeente Schagen en van Bergen tot en met Obdam en telt ongeveer 305.000 inwoners.

Etymologie

De naam Alkmaar wordt in verschillende vormen gebruikt sinds de middeleeuwen: Allecmere (tiende eeuw), Alcmere (1063), Alcmare (elfde en twaalfde eeuw), of Alkmare (1132). Mogelijk betekent het laatste deel maar (voorheen mere) "meer", "vijver" of "moeras", terwijl de eerste term alk lijkt te komen uit de Dietse betekenis "moeras" of "tempel".[5]

Geschiedenis

Middeleeuwen

Alkmaar is ontstaan op een strandwal, waarover een lange landweg naar het zuiden van Holland liep. Het was van origine een agrarische nederzetting, die gecentreerd was rond de in de 10e eeuw gestichte Sint-Laurenskerk in het westelijke deel van de latere binnenstad. Op de strandwal lagen de akkers. Iets ten oosten daarvan lagen de lagergelegen veen- en kleigronden van de Mient. De Scheteldoekshaven bij Alkmaar bood een mogelijkheid tot handel via de Laat en het oostelijker gelegen Voormeer naar de Rekere in het noorden en het Schermermeer in het zuiden en oosten. Via het Voormeer was de plaats ook verbonden met het Almere (de latere Zuiderzee). De agrarische bebouwing is deels nog terug te zien in het feit dat in dit deel van de stad nog steeds veel lage arbeiderswoningen staan van een laag met een kap, zoals langs de Geest en de Doelenstraat.[6]

Toen graaf Dirk VII van Holland in Zeeland oorlog voerde, viel zijn broer Willem van Friesland in november 1195 West-Friesland binnen. Gravin Aleid van Kleef trok daarop ten strijde tegen haar zwager en versloeg hem bij Alkmaar.[7] Op 11 juni 1254 werden aan Alkmaar stadsrechten verleend door Willem II van Holland. De stad deed toen voornamelijk dienst als grensvesting en uitvalsbasis in de strijd tegen de West-Friezen. Daartoe liet de graaf van Holland ten noordwesten van de stad de Torenburg bouwen aan het einde van de Koningsweg.

Met het verslaan van de West-Friezen werd de weg geopend voor de aanleg van dijken en wegen ten noorden van de stad en begon een rustigere periode voor de handel. In de loop van de 13e eeuw kon Alkmaar hierdoor en door haar ligging bij het Voormeer uitgroeien tot een internationale handelsstad. In de 14e eeuw vonden er verschillende jaarmarkten plaats, waar ook internationale kooplieden kwamen. Na de grote stadsbrand van 1328 werd de stad door middel van aanplemping buiten de oostelijke dijk verder uitgebreid. Hier ontstond nieuwe bebouwing in de Mient, Luttik Oudorp en Voordam, waar de schepen aanlegden met hun handelswaren. De handel concentreerde zich vervolgens rond de Mient en het Fnidsen ("Venetië"). Ook de markt werd verplaatst van de kerk naar het Fnidsen en de kade van Luttik Oudorp. Door handel, visserij en scheepvaart verschoof het economisch zwaartepunt van de stad in de 15e eeuw naar het oosten. In het steeds minder aantrekkelijkere en daardoor minder dure oude westelijke deel van de stad vestigden zich vanaf de 14e eeuw veel kloosters, waarvan het vroegere bestaan tegenwoordig nog teruggevonden kan worden in namen als Begijnenstraat, Clarissenbuurt, Paternosterstraat en de Sint Katherijnenstraat. In de 15e en 16e eeuw werd de stad verder uitgebreid met aanplempingen en kreeg zo een wat gelijkmatigere vorm. Als gevolg van de Opstand van het Kaas- en Broodvolk in 1492 werd de stad gedwongen om tijdelijk de stadspoorten en de wallen te slechten. Later werd een nieuwe omwalling aangelegd met 12 torens en 4 poorten, die onder andere te zien is op de kaart van Jacob van Deventer van rond 1560. Aan oostzijde langs het Voormeer waren geen versterkingen. In de 16e eeuw werden steeds meer gebieden rond de stad bedijkt en drooggemalen. Hierdoor verloor de stad enerzijds haar verbinding met de zee en de daarmee gepaard gaande handel. Anderzijds kreeg ze door de droogmakerijen een veel groter achterland en zo een grotere verzorgingsgebied. Door specialisatie in kaas en bier wist de stad haar positie als handelsstad deels te behouden.[6]

Vroegmoderne tijd

In de zomer van 1517 hadden stad en omgeving te lijden van plunderingen door de Arumer Zwarte Hoop. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werden in juni 1572 door de calvinistische Geuzen onder Diederik Sonoy de Alkmaarse franciscaner priesters en broeders opgepakt en in Enkhuizen op 25 juni 1572 omwille van hun trouw aan het katholieke geloof, na gruwelijke marteling, vermoord. De vermoorde geestelijken staan thans bekend als de martelaren van Alkmaar. In 1573 werd Alkmaar belegerd door de Spanjaarden, die in Oudorp hun kamp hadden opgeslagen. De Alkmaarders hielden hen echter met kokend teer en brandende takkenbossen op afstand. Deze gebeurtenis, die leidde tot de bekende uitdrukking Bij Alkmaar begint de victorie, wordt nog elk jaar gevierd op 8 oktober tijdens Alkmaars Ontzet. In 1876 werd ter herinnering aan deze gebeurtenis het Victoriemonument opgericht.

De secularisatie van de kloostergebouwen leverde veel mogelijkheden voor de stad om ruimte te creëren voor de groeiende handel. In 1583 kon door de sloop van veel voormalige katholieke kloostergebouwen het Waagplein worden aangelegd. Andere gebouwen boden ruimte voor voor de molenaars en voor markten als de Paardenmarkt. In dezelfde tijd werden overlastgevende en ruimte vragende bedrijven verplaatst naar buiten de stad. Door de groei van de bevolking werd de stad eind 16e eeuw opnieuw uitgebreid met de nieuwe handelswijk Nieuwstad, waarvoor onder andere een deel van het Voormeer werd ingedijkt. Het resterende deel van het Voormeer werd ingericht als haven. Rondom de stad verrees een nieuwe omwalling met 9 bolwerken en 7 poorten naar ontwerp van Adriaen Anthonisz. Met de verschuiving naar een stad met een meer regionale functie en de groei van het verkeer over land verschoof het economische zwaartepunt van de stad eind 16e eeuw naar de westzijde van de Mient. Veel herenhuizen verrezen in die periode langs de weg van de Lauruskerk naar de Mient en rond het nieuwe Waagplein.[6]

In de Franse tijd werd Noord-Holland omgevormd tot het 'Departement van Texel', waarvan Alkmaar de hoofdstad werd.

De Alkmaarsche Courant werd in 1799 in Alkmaar opgericht door Adrianus Sterck. De krant is tegenwoordig onderdeel van het Noordhollands Dagblad en tevens de grootste editie van die krant.

Moderne tijd

Het Noordhollandsch Kanaal, dat in 1824 geopend werd, liep bij de aanleg precies om Alkmaar heen. Door de groei van Alkmaar loopt het er tegenwoordig dwars doorheen. In 1865 en 1867 werd de infrastructuur nog verder uitgebreid door de opening van de spoorlijnen van Alkmaar naar respectievelijk Den Helder en Uitgeest - Haarlem.

In de 20e eeuw ontstonden nieuwe woonwijken rond Alkmaar, en in 1972 werden Oudorp, Koedijk-Zuid en het gedeelte ten zuiden van de spoorlijn Alkmaar - Heerhugowaard van Sint Pancras-Zuid aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. De stad begon ook een steeds grotere rol te spelen bij de opvang van het bevolkingsoverschot in de Randstad en de bevolking die een huis zocht door de renovatie van oude stadswijken, vooral Amsterdam. Alkmaar verkreeg de groeikernstatus en werd derhalve toentertijd als een van de eerste "overloopsteden" aangemerkt. Een gevolg hiervan is de ontwikkeling van het stadsdeel Huiswaard. Tegenwoordig is Alkmaar de derde stad (gebaseerd op inwoneraantal) van de provincie Noord-Holland.

Geografie

Topografische kaart van gemeente Alkmaar, december 2015

Alkmaar is onderverdeeld in de volgende wijken en buurten:

Zuid (wijk 1)

  • Kooimeer (10)
  • Dillenburg - Stadshouderkwartier (11)
  • Staatslieden - Landstratenkwartier (12)
  • Oud Rochdale (13)
  • Emmakwartier (14)
  • Nassaukwartier en Hout (15)
  • Oranjepark (16)
  • Cranenbroek (17)
  • Bloemwijk - Zocherkwartier (18)
  • Burgemeesterkwartier (19)

Oudorp (wijk 2)

  • Rekerbuurt en Ooievaarsnest (20)
  • Oudorp Noord en Oost (21)
  • Oudorp Centrum (22)
  • Schermereiland - Omval (23)
  • Oudorperpolder - Zuid (24)
  • Oudorperpolder - Midden (25)
  • Oudorperpolder - Noord (26)
  • Nollen en Beverkoog (29)

Overdie (wijk 3)

  • Oud - Overdie (30)
  • Oosterhout (31)
  • Overdie - Oost (32)
  • Overdie - West (33)
  • Boekelermeer - Zuid (38)
  • Boekelermeer (39)

West (wijk 4)

  • De Hoef III en IV (40)
  • De Hoef I en II (41)
  • Rembrandtkwartier (42)
  • Bergerhof en Blaeustraat kwartier (43)
  • Bergermeer (44)
  • Landelijk gebied West (49)

Huiswaard/Vroonermeer (wijk 5)

  • Huiswaard 1 (50)
  • Muiderwaard (51)
  • Huiswaard 2 West (52)
  • Huiswaard 2 Oost (53)
  • Vroonermeer Zuid (54)
  • Vroonermeer Noord (55)

De Mare (wijk 6)

  • Het Rak Zuid (60)
  • Het Rak Noord (61)
  • De Horn Noord (62)
  • De Horn Zuid (63)
  • De Mare Centrum (64)

Daalmeer/Koedijk (wijk 7)

  • Daalmeer Zuid-Oost (70)
  • Daalmeer Zuid-West (71)
  • Koedijk - de Weijdt (72)
  • Daalmeer Noord-West (73)
  • Daalmeer Noord-Oost (74)
  • Landelijk gebied Noord (79)

Centrum (wijk 8)

  • Binnenstad West (80)
  • Binnenstad Oost (81)
  • Spoorbuurt (Alkmaar) (82)
  • Overstad (83)

Cultuur

Bezienswaardigheden

Stadhuis, foto is vertekend
Hof van Sonoy
De Accijnstoren aan de Bierkade
Kaasmarkt in Alkmaar

Verschillende delen van Alkmaar zijn een beschermd stadsgezicht: binnenstad en Westerhoutkwartier.

Alkmaar beschikt over voor deze stad karakteristieke oude grachten, cafés, restaurants en winkels. Alkmaar is alom bekend om zijn vele hofjes, onder andere het 16e-eeuwse hofje van Sonoy en het Wildemanshofje. De stad kent vele grachten met huizen uit de 16e tot de 19e eeuw. Alkmaar telt 399 inschrijvingen in het rijksmonumentenregister en heeft enkele oorlogsmonumenten:

De bekendste bezienswaardigheden van Alkmaar worden hieronder opgesomd.

Hofjes

Alkmaar heeft acht hofjes, waarvan de meeste nog steeds bewoond zijn. Het oudste nog bestaande hofje is het Huis van Zessen, dat werd gesticht in 1510 en zijn naam dankt aan de functie die het gedurende bijna vijf eeuwen heeft vervuld: een hofje voor zes oude rooms-katholieke mannen. De naam van het Huis van Achten is op dezelfde wijze ontstaan. Dit hofje stamt uit 1657.

Vlak bij het Huis van Achten ligt het Hof van Sonoy, dat zich bevindt op de plaats van een voormalig klooster. Het hof kwam in 1572 in handen van het stadsbestuur en werd destijds gebruikt om stedelingen onder te brengen die dakloos waren geworden omdat hun huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. Het Wildemanshofje werd gesticht door Gerrit Florisz. Wildeman. Dit in 1714 gebouwde hofje bood aanvankelijk plaats aan 24 bejaarde vrouwen van verschillende geloofsrichtingen. Het Hofje van Splinter is gesticht in 1646, uit een erfenis van Margaretha Splinter. Na haar dood werd het complex verbouwd tot een hofje voor acht ongehuwde dames, die in armoede leefden maar wel uit een (ge)goede familie stamden.

Aan de Koningsweg staat het Provenhuis Bijlevelt, dat stamt uit de zeventiende eeuw. Het Provenhuis Paling en Van Foreest staat aan de Zevenhuizen, vlak bij de stadssingels. Het werd gesticht in 1540 met geld uit het testament dat het echtpaar Pieter Claeszoon Paling en Joost van Foreest Willem Dircksdochter. Tussen de Kanaalkade en de Koningsweg ligt nog het Doopsgezinde Hofje.

Musea

Kaasmarkt

De Alkmaarse kaasmarkt is al meer dan vier eeuwen een traditie, die tegenwoordig jaarlijks door 100.000 mensen wordt bezocht. De 'markt' vindt plaats op het Waagplein, voor het monumentale Waaggebouw. In de 18e eeuw werd vier dagen per week kaasmarkt gehouden, en deze duurde tot 1 uur 's nachts. Gemiddeld werd per marktdag 300 ton kaas omgezet. Sinds 1939 is Alkmaar de enige stad die nog kaas verhandelt op deze traditionele wijze. Vandaag de dag zijn de kaasmarkten elke vrijdag, van april tot september, te bezichtigen.

Op de kaasmarkt lopen de kaasdragers van het Alkmaarse Kaasdragersgilde in vier verschillende kleuren: geel, rood, blauw en groen. Zo vormen zij groepen die vemen worden genoemd. Alle kaasdragers dragen een wit pak met strooien hoed. De kaasdragers hebben verschillende benamingen.

  • Een vastman is een ervaren kaasdrager.
  • De tasman is de oudste kaasdrager, en draagt een zwart leren tas op zijn buik. Hij zet bij het wegen van de kaas de gewichten op de weegschaal.
  • De overman is de voorman van het veem, en is herkenbaar aan een zilveren schildje met lintje in de kleur van zijn veem. De overman wordt voor een periode van twee jaar benoemd.
  • De kaasvader is opzichter over alle vier de vemen. Hij draagt een zwarte stok met zilveren knop.
  • De provoost wordt door de kaasdragers de 'beul' genoemd, omdat hij voor het gildebestuur de laatkomende kaasdragers noteert en de boete daarvoor int. Hij draagt een zilveren kaasberrie.
  • De knecht wordt, net als de provoost, door het gildebestuur benoemd en heeft de functie van klusjesman.

Om 10:00 uur luidt de aanvangsbel en begint de kaasmarkt. De zetters beladen de karakteristieke berries, die door de kaasdragers naar de weegschaal worden gedragen. Aldaar wordt de kaas gewogen. Op het plein bepalen keurmeesters de kwaliteit van de kaas en onderhandelen handelaren over de prijs. Dit gaat traditioneel gepaard met het handje klap. Omstreeks 12:30 is de kaasmarkt afgelopen.

Centrumkaart met bezienswaardigheden

Bioscopen

In hetzelfde gebouw in de buurt Overstad zijn gevestigd Vue Alkmaar en Filmhuis Alkmaar. Elk opereert zelfstandig, met een eigen ingang en kassa. Filmhuis Alkmaar doet mee met Cineville.

Kerken

Alkmaar heeft dertien kerken, waarvan zes rooms-katholieke: zie Lijst van kerken in Alkmaar.

Grote kerk of Sint-Laurenskerk

De bouw van de Grote of Sint-Laurenskerk aan de Koorstraat werd begonnen in 1470 en in 1520 voltooid. De kerk is ook nu nog het grootste middeleeuwse kerkgebouw in de Alkmaarse binnenstad. Het werd waarschijnlijk ontworpen door de architect Antoon I Keldermans. Aan het einde van de Langestraat, vlak bij de Sint Laurenskerk, is in de bestrating het hoogste natuurlijke punt aangegeven van de oude zandrug waarop de kerk is gebouwd in de vorm van een kleine halve maan van grijze kinderkopjes.

In de Sint-Laurenskerk staat de tombe van graaf Floris V van Holland. Deze bevat alleen de ingewanden, die bij het balsemen zijn verwijderd. Het lichaam van Floris is later herbegraven in Rijnsburg.

Sint-Laurentiuskerk

De rooms-katholieke Sint-Laurentiuskerk werd in 1859-1861 in neogotische stijl gebouwd. Het is een van de vroegste werken in Noord-Holland van de beroemde architect Pierre Cuypers. De Sint-Laurentiuskerk is een kerk op de plattegrond van een Latijns kruis. Tot de bijzonderheden behoren de luchtbogen aan de buitenkant van het gebouw en de toepassing van Limburgse mergelsteen, onder andere bij het rijk versierde roosvenster boven de toegangsdeur in de westgevel.

Het interieur heeft een neogotische detaillering, bijvoorbeeld bij het houten tongewelf met de kleurige rozetten en bij de reliëfs van mergelsteen langs de wanden. In de transepten zijn kleurige wandschilderingen met de uitbeelding van het Bloedmirakel van Alkmaar uit 1429, gemaakt door J.A. Kläsener tussen 1874 en 1880. Eerder al schilderde hij de reeks kruiswegstaties (1866-1868).

De neogotische inventaris is bewaard gebleven, met onder andere de oorspronkelijke door Cuypers ontworpen kerkbanken, een groot triomfkruis bij het begin van het koor, een Heilig Hartbeeld, een Maria-altaar (links van het koor) en een Heilig Bloedaltaar (rechts van het koor). Opmerkelijk zijn ook de gebrandschilderde ramen. De oudste hangen in het koor. Ze zijn vervaardigd door het atelier van Nicolas in Roermond (1862 en 1895), de andere zijn gemaakt door het atelier van J. Dobbelaere uit Brugge (1895-1907).

Don Bosco-kerk (1961-2007)

De Don Bosco-kerk, gebouwd in 1961 naar ontwerp van architect Van Kranendonk, was een kerkgebouw op vierkante grondslag, met een omlopende colonnade van beton onder een hoog tentdak van hout. De vierkante plattegrond liet de mogelijkheid het hoofdaltaar zonder contact met de wanden te plaatsen en de aandacht geheel op de liturgie te richten, te midden van de omsluitende cirkels van de kerkbanken. De piramidevorm van het licht overkragende dak was bewust ontleend aan de West-Friese stolpboerderij. Door de opening boven in het dak viel het licht van bovenaf in de ruimte; tevens was hierin een klok geplaatst. De glas-in-loodvensters tussen de pijlers van de colonnade waren vervaardigd door Joep Nicolas. De kerk werd in augustus 2007 gesloopt door de gemeente, ondanks groeiend verzet van burgers. De mogelijkheden voor herbestemming zijn niet onderzocht. Delen van de glas-in-loodvensters zijn herplaatst in de Alkmaarse Sint-Josephkerk. Het orgel uit 1961, door Jos Vermeulen, is overgeplaatst naar de Protestantse Minderbroederkerk in Roermond.

Doopsgezinde Kerk

Gevel van de Doopsgezinde kerk

De Doopsgezinde kerk, gebouwd in 1617 op initiatief van voorganger Hans de Ries, is een van de oudste stenen doopsgezinde kerken in Nederland. Het was aanvankelijk een schuilkerk.

Evenals de andere Alkmaarse schuilkerken kreeg ook deze kerk een houten tongewelf. In de 19de eeuw werden het gebouw en de inrichting van de kerk sterk gewijzigd. Zo tekende C.W. Bruinvis, de latere stadsarchivaris, in 1854 een nieuwe voorgevel in neoclassicistische stijl met rondboogvensters. Het voorplein met bloemperk stamt uit 1856. In 1876 werd het gehele interieur veranderd naar ontwerp van stadsarchitect W.F. du Croix. Uit die tijd stammen de banken met hun neogotische detaillering.

Tot de oudste inventarisstukken behoort het neoclassicistische orgelfront uit 1819 van orgelbouwer J.C. Deytenbach. Het orgel zelf is een Flaes-orgel uit 1866.

Evangelisch-lutherse kerk

De lutherse kerk werd gebouwd in 1690. Het eenvoudige exterieur herinnert eraan, dat de lutherse kerk als schuilkerk begonnen is. Het inwendige is echter, zoals bij lutherse kerken gebruikelijk, veel rijker. Zo wordt de ruimte overdekt door een houten tongewelf met een verhoogd middenveld. Voorts zijn er een preekstoel met bijbehorende banken en een rijk bewerkt tochtportaal uit de bouwtijd. Tot de bijzonderheden behoort het orgel uit 1754, voorzien van rococo-snijwerk en bovenop de afbeelding van een zwaan, het symbool van Luther en de lutheranen. Het orgel werd vermoedelijk gebouwd door de Pieter Müller, zoon van de bekende orgelbouwer Christian Müller.

Kapelkerk

De Kapelkerk

De Kapelkerk dateert volgens sommigen uit circa 1325, maar meer algemeen wordt aangenomen dat men met de bouw begonnen is omstreeks 1520, dus direct na het voltooien van de Grote Kerk. Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was de Laat nog niet gedempt; daarom zit de ingang in de korte gevel aan de Kapelsteeg.

Opvallend aan de Kapelkerk zijn de zeer talrijke natuurstenen banden in de bakstenen muren. In 1707 werd de kerk uitgebreid met een hoge dwarsbeuk in Hollands classicistische stijl aan de noordzijde. Hierin kwam een bankenblok te staan, waarin de leden van het stadsbestuur konden plaatsnemen. Het bankenblok werd uitgevoerd in de moderne Lodewijk XIV-stijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de krullende acanthusbladeren aan de opzetstukken van de deurtjes.

In 1760 werd het gebouw getroffen door een brand, waarbij het middeleeuwse houten tongewelf verloren ging. Het werd vervangen door een stucgewelf met verhoogde velden, voorzien van versieringen in rococostijl. Ook de houten preekstoel en de orgelkast met de bijbehorende houten omlijsting zijn in rococostijl uitgevoerd. Beide interieurstukken stammen uit 1762. Bij de vervaardiging waren Asmus Frauen uit Amsterdam en Willem Straatman uit Alkmaar betrokken. Het orgel is van orgelbouwer Christian Müller. Tot de opmerkelijke interieurstukken behoren ook de grote koperen kaarsenkronen.

Bezienswaardig zijn de kleurige glas-in-loodramen, vervaardigd in de jaren 1920-1940 door Willem Bogtman uit Haarlem.

Remonstrantse Kerk

De Remonstrantse Kerk is een schuilkerk, gelegen op een binnenterrein. Het gebouw werd in 1658 neergezet op de plaats van een houten gorterij, waar de gelovigen vroeger in het geheim bijeen kwamen. De monumentale entree tussen de twee klokgevelhuisjes stamt uit 1728. In het sierlijke ijzerwerk boven de deuren zijn de letters RK van Remonstrantse Kerk verwerkt. Binnen heeft het kerkgebouw, dat afgedekt is met een houten tongewelf, aan drie zijden galerijen die rusten op houten zuilen. Het kerkinterieur is zeer fraai, met een 17de-eeuwse preekstoel en rondom een 18de-eeuws doophek met rijk versierde koperen doopbogen. Zowel op de preekstoel, als op het doophek staat een koperen lezenaar. Voor de verlichting dienen verschillende mooie koperen kronen, kaarsenarmen en blakers (17de en 18de eeuw). Het orgel (1792) is van de Amsterdamse orgelbouwer Johannes Stephanus Strümphler. De grenen vloer wordt nog steeds zoals vroeger met fijn zand bestrooid.

Sint-Dominicuskerk (1863-1985)

De Sint-Dominicuskerk werd gebouwd in de jaren 1863-1866 door Pierre Cuypers, die ook het Rijksmuseum en het stationsgebouw van Station Amsterdam Centraal ontwierp. Het was een zogenaamde kruisbasiliek met als meest kenmerkend onderdeel de forse toren die duidelijk de bedoeling had de Grote Kerk naar de kroon te steken. De toren vormde meer dan een eeuw lang een markant onderdeel van het silhouet van Alkmaar. De kerk was kunsthistorisch gezien van groot belang omdat het een van de weinige bewaard gebleven bouwwerken was uit de vroege periode van Cuypers' activiteit als architect. Bovendien was ook het interieur nog redelijk compleet. Het kerkbestuur besloot in 1972 om de Sint-Dominicuskerk te sluiten. Het aantal kerkgangers in de binnenstad liep terug. Het onderhoud van de toenmalige twee binnenstadskerken (de Sint-Dominicus aan de Laat en de Sint-Laurentius aan het Verdronkenoord) werd te duur. Het kerkbestuur koos voor het behoud van de Sint-Laurentius, die er bouwkundig gezien het best aan toe was. Op kunsthistorische waarde werd minder gelet. In 1974 werd de Sint-Dominicuskerk gesloten voor de eredienst. Jarenlang bleef het lot van deze kerk ongewis, maar in 1985 werd de kerk gesloopt; slechts een traptoren bleef bespaard.

Sint-Josephkerk

Zicht op de Sint-Josephkerk

De Sint-Josephkerk is geheel in neogotische stijl gebouwd. De kerk is op 1 januari 1910 in gebruik genomen. Het ontwerp is van de kerkenbouwers en leerlingen van P.J.H. Cuypers, Albert Margry, Jos Margry en Josephus Marie Snickers.

De kerk heeft gebrandschilderde ramen. Het beeld van Christus Koning is in 1948 geplaatst ter herinnering aan in de oorlog omgekomen Alkmaarders. Hun namen staan vermeld op een gedenkplaat aan de muur van de kerk.

Synagoge

De vroedschap van Alkmaar stond op 10 mei 1604 als eerste stad van de Nederlanden de Joden toe zich hier te vestigen. Op 5 juni 1802 kocht de Joodse Gemeente dit gebouw om er de Synagoge te vestigen. In 1842 werd op het achtererf een school gesticht voor godsdienstig en burgerlijk onderwijs. Dit werd door de rabbi gegeven, deze woonde naast de synagoge op nummer 13.

Twee steentjes in de voorgevel geven (in de Hebreeuwse tijdrekening) de data aan waarop het pand werd gerenoveerd: in 1826 en 1844. De renovatie in 1844 betrof volgens de Waterstaat-tekening een nieuwe voorgevel, een galerij voor vrouwen en een tongewelf met daarin de davidster.

Na de oorlog kon de zwaar getroffen Joodse gemeenschap van Alkmaar de synagoge niet meer bekostigen en viel het gebouw toe aan de baptisten. Die verlieten het pand weer in 2008. De inmiddels weer groeiende Joodse gemeenschap in Alkmaar nam het gebouw na een grondige restauratie medio 2011 weer in gebruik.

Verlosserskerk

De Verlosserskerk is opgetrokken in een expressionistische stijl verwant aan die van de Amsterdamse School, en werd in 1933 gebouwd naar een ontwerp van B.W. Plooij. Het gebouw heeft een kruisvorm als plattegrond, met op de kruising van de daken een zogenaamde dakruiter (torentje). In 1991 sloot de kerk zijn deuren, waarna het gebouw is verbouwd tot appartementencomplex.

Lukaskerk (Christengemeenschap)

Het kerkgebouw van de Christengemeenschap is gebouwd in organische stijl. De kerk is in 1994 in gebruik genomen. Sinds 2009 heeft de kerk aan de Kanaaldijk ook een naam, namelijk de Lukaskerk.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen

Het kerkgebouw van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een kerk die gebouwd volgens een typische Amerikaanse stijl. De kerk is in 1997 in gebruik genomen.

Molens

Windmolens behoren tot de cultuurhistorisch waardevolle streekeigen bebouwing met een voor de gehele regio bijzondere betekenis. Zeker de robuuste binnenkruiers komen vrijwel alleen voor in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Alle molens zijn rijksmonument. De nadruk van het beschermde welstandsniveau ligt op het behouden van de authentieke verschijningsvorm van de molens en de verwijzing naar de historie van Alkmaar. Tot 2015 telde de gemeente Alkmaar 13 molens (met de weidemolen meegeteld 14). Daarvan bevinden zich er twee in Koedijk, zes in het dorp Oudorp en vijf in de stad Alkmaar zelf. Sinds 2015 omvat de gemeente Alkmaar ook het grondgebied van de voormalige gemeenten Schermer en Graft-De Rijp. Sindsdien telt de gemeente Alkmaar in totaal 32 verschillende molens (+ de weidemolen = 33).

De Ambachtsmolen
Geestmolen
De Viaanse molen
Strijkmolen B

Ambachtsmolen

De Alkmaarse Ambachtsmolen bemaalde de Raaksmaatsboezem. Men noemt dit type molen een strijkmolen omdat het door het geringe hoogteverschil het water als het ware 'wegstreek'. Andere namen waaronder de Ambachtsmolen bekendstaat zijn "achter Oudorp" en "'t Wuiver". De Ambachtsmolen ligt eigenlijk in het dorp Oudorp.

De Eendracht

De poldermolen De Eendracht aan de Kruseman van Eltenweg is een ronde stenen grondzeiler uit 1771. Deze molen bemaalde vroeger de Eendrachtspolder op de Schermerboezem. Als gevolg van stadsuitbreidingen is de molen vrijwel rondom ingebouwd geraakt. De molen is nog niet zo lang geleden gerestaureerd. Er is een houten scheprad geplaatst; dit scheprad is kenmerkend voor de molen.

De Geestmolen

De Geestmolen, Hoeverpad 13, is een poldermolen, met eiken achtkant op lage voet, een grondzeiler uit 1565. De Geestmolen bemaalde vroeger de 170 hectare grote Geestmolenpolder. Doordat in het begin van de jaren zestig de nieuwbouwwijk De Hoef is verrezen, heeft de molen nu geen landschappelijke functie meer. De Geestmolen is van het type achtkantige binnenkruier. Dit betekent dat de wieken binnen op de wind kunnen worden gezet (het mechanisme bevindt zich geheel in de kap).

De Gouden Engel

Op Kanaaldijk 235-236 staat sinds 2009 de stellingmolen: "De Gouden Engel", gebouwd op initiatief van de Stichting Johannes Bos. De korenmolen, die op windkracht werkt is regelmatig in bedrijf te zien zijn. Op hetzelfde terrein staan behalve de molen ook nog de koolboet uit 1891 voor de opslag van sluitkool en de oude maalderij uit 1866, een knechtswoning uit 1871, thans kantoortje, en een nieuw gebouwde molenschuur. De bovenverdieping van de molenschuur is door de Historische Vereniging Koedijk als museum ingericht. De Gouden Engel bevindt zich in het dorp Koedijk.

De Sluismolen

De poldermolen De Sluismolen aan de Helderseweg 87 uit 1575/2002 is een grondzeiler met een eiken achtkant op lage voet. Deze molen bemaalde de Grote Sluispolder. In 2001 is deze molen volledig uitgebrand, maar is nu weer in oude staat hersteld. De Sluismolen ligt in het dorp Koedijk, maar heeft een Alkmaarse postcode.

De Viaan

De Viaan, gelegen aan de Havinghastraat 18, is een poldermolen. Molen De Viaan is een achtkante binnenkruier op lage voet uit 1579. Tezamen met een elektrisch gemaal bemaalt hij nu nog een 464 hectare groot gedeelte van De Bergermeerpolder op de Schermerboezem. De molen heeft een vlucht van 24 meter. De molen was oorspronkelijk voorzien van een scheprad en werd in 1876 vervijzeld. Naast de molen staat de molenaarswoning.[8] Als gevolg van stadsuitbreiding ten zuiden en ten oosten is de laagbouw en zijn de wegen de molen op zeer korte afstand genaderd.

De vier strijkmolens te Oudorp

Molenkade 6/9, strijkmolens, grondzeilers gebouwd tussen 1627 en 1630. Langs de Molenkade hebben in totaal zes strijkmolens gestaan. Ze staan bekend als "De molens bij de Zes Wielen". Die naam verwijst niet naar de zes molens, maar naar de zes grote wielen waarmee indertijd de overhalen werden bediend. In 1688 is de meest oostelijke door brand verloren gegaan en is niet herbouwd. De meest westelijke werd gedemonteerd om in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem weer opgebouwd te worden. Een Engelse bom maakte een einde aan de daar opgeslagen molen. De strijkmolens langs de Molenkade zijn niet alleen in cultuurhistorisch oogpunt van belang maar vormen samen een begeleiding voor de Zeswielen en Hoornseweg. Ook de 'Molen van Piet' en de Viaanse molen vormen door de situering (bij knooppunten / entrees) structuurbepalende bouwwerken.

Molen De Groot / Molen van Piet

De Molen van Piet heet officieel 'molen De Groot'. De naam 'Molen van Piet' wordt veel gebruikt omdat de familie Piet de molen al vele jaren bewoont en beheert. De ronde stenen stellingmolen werd gebouwd in de 18e eeuw, en was bedoeld voor het malen van graan. Voor deze molen stond op deze plaats echter een zogenaamde standerdmolen, gebouwd in 1605. De Molen van Piet is de enige molen in de binnenstad die bewaard is gebleven. Er worden rondleidingen gegeven en er is een souvenirwinkeltje.

Munniken-, Raven en Robonsbosmolen

Munnikenboschpolder 5, poldermolen, grenen achtkant op lage voet, grondzeiler uit 1781/1976. De Robonsbosmolen is tot 1981 seinmolen van de Schermerboezem geweest. Daartoe was in onttakelde toestand (1931-1976) de molenkap permanent voorzien van een lamp. Sinds 1976 is de molen uitwendig weer compleet en is hij voor permanente bewoning ingericht.

't Roode Hert

Aan de Frieseweg 102 staat de korenmolen (achtkante stellingmolen) 't Roode Hert uit 1748. Het huidige gebouw is de voormalige rijstpeller de Witte Klok, die in 1925 opgebouwd werd op de plaats waar twee keer een molen was afgebrand. De Witte Klok stond sinds 1748 aan de zuidkant van de Zaanse Schans te Zaandam. Er wordt nog steeds graan tot meel verwerkt, en er worden bloem, meel en andere biologische producten verkocht (en geserveerd). Er bestaan plannen de molen ongeveer 300 meter te verplaatsen naar natuurgebied de Oudorperpolder. Dit is nodig om van windvang verzekerd te zijn nu er plannen zijn het nabijgelegen voormalig industriegebied Overstad met woningen en winkels te gaan bebouwen. 't Roode Hert bevindt zich in het dorp Oudorp.

Weidemolen de Koekoek

Weidemolen de Koekoek is gebouwd in 1933. De molen werd gebruikt om het zuidelijke deel van polder (totaal circa 12 hectare) de Zuiderkoog te bemalen en droog te houden (Houthandel Eecen zat in dezelfde polder). Het noordelijke deel van de polder loosde via een houten duiker onder de Snipsloot in een grotere polder geheten de Noorderkoog. Deze polder loosde met een grote windmolen en later met een dieselgemaal op de Schagersloot. Er was geen echte molenaar, maar er was wel 1 persoon voor verantwoordelijk die werkte bij Eecen. Toen de houthandel opslagloodsen ging bouwen is de Koekoek verplaatst naar een plek helemaal op de dijk aan de oostkant van de polder, maar had toen al een enige tijd geen functie meer, omdat toen de hele polder bemalen werd met een eigen elektrische pomp. In 1985 werd de molen weggehaald uit Oudkarspel en in de loods van Molenmakerij Poland geplaatst. In 2000 is deze geplaatst op het terrein van Golfbaan Sluispolder te Alkmaar-West (zo'n 50 meter van de N9). Rond 2011 werd de molen vanwege verval stilgezet. In 2013 werd de molen gerestaureerd en wordt deze regelmatig gedraaid door een vaste molenaar.

Economie

Winkelcentrum Overstad aan de Noorderkade

Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt Alkmaar als de vijfde winkelstad van Nederland gemeten naar de diversiteit van het winkelaanbod.[9] Donderdagavond is het koopavond. Sinds 1 juni 2013 zijn de winkels in de Alkmaarse binnenstad ook op zondag geopend.

Alkmaar heeft een aantal markten waarop inwoners, mensen uit de omgeving maar vooral ook toeristen op afkomen. Op dinsdag in Overdie op de Frederik Hendriklaan, woensdagochtend in Oudorp op Nijenburgplein, woensdagmiddag in De Mare op het Europaplein en zaterdag in het centrum op de Gedempte Nieuwesloot en Kerkplein. De laatste woensdag in september vindt de Landbouwdag Alkmaar plaats, die in 1884 voor het eerst werd georganiseerd. De eerste jaren werd deze dag voor agrariërs en andere bezoekers elke vijf jaar gehouden. Vanaf omstreeks 1900 werd de Landbouwdag jaarlijks gehouden. Op de keuringen tonen de deelnemers hun fokproducten. Zo'n 200 marktkraampjes maken deel uit van de Lappenmarkt, onlosmakelijk verbonden aan de Landbouwdag. Half december is er een kerstmarkt.

Onderwijs, welzijn en sport

Er is in Alkmaar een aantal scholen voor middelbaar onderwijs, met verschillende achtergronden. Het Murmelliusgymnasium is een categoriaal gymnasium aan de Bergerhout, opgericht in 1904. Met minder dan 800 leerlingen, uit heel Noord-Holland, is het een relatief kleine school.

De Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz is een christelijke school waarop men vmbo, havo en vwo (atheneum en gymnasium) kan volgen. De school heeft drie vestigingen, waarvan twee in Alkmaar, allebei aan de Mandenmakersstraat en een in Langedijk, aan de Bosgroet.

Het Petrus Canisius College is een katholieke scholengemeenschap met in totaal vijf vestigingen, waarvan drie in Alkmaar en de overige twee in Heiloo en Bergen (NH). De vestiging PCC Oosterhout geeft vmbo-kb voor zowel de boven- en onderbouw en is een praktijkschool. De vestiging PCC Fabritius geeft in de onderbouw havo/vwo en mavo/havo, en in de bovenbouw alleen mavo (vmbo-tl). De vestiging PCC Het Lyceum geeft les aan de bovenbouw havo en vwo, ook is er een vwoXtra-afdeling voor de onderbouw. De vestigingen in Heiloo en Bergen geven alleen onderbouw havo/vwo en mavo/havo. Leerlingen vanuit deze scholen gaan of naar de vestiging PCC Fabritius of PCC Het Lyceum.

Het Stedelijk Dalton College is een openbare scholengemeenschap voor vwo (atheneum), havo en vmbo. De school heeft daarnaast ook een plusklas voor kinderen van groep 8 van de basisschool. In 2004 ging de school met het Daltononderwijs werken; daarvoor was de naam het Jan van Scorel-College. Het OSG Willem Blaeu geeft openbaar onderwijs aan vmbo-, havo- en vwo-scholieren, en is gevestigd aan de Robonsbosweg. Het is een zogenaamde LOOT-school en men kan er ook tweetalig onderwijs volgen.

Het Stedelijk Dalton College, Willem Blaeu en Jan Arentsz hebben gezamenlijk een nevenvestiging, het Van der Meij College, waar leerlingen het 3e en 4e leerjaar BB of KB kunnen volgen.

Het Horizon College ten slotte, is een mbo-school.

Voor hoger onderwijs is er de Hogeschool Inholland. De vestiging in Alkmaar bestaat al meer dan 25 jaar en omvatte ook een conservatorium. In 2010 is het conservatorium verhuisd naar de vestiging van Inholland te Haarlem.

Sport

Het voetbalstadion, de thuisbasis van voetbalclub AZ.

Bekend uit Alkmaar is de voetbalclub AZ. De club werd landskampioen in 1981 en 2009. Daarnaast veroverde het vier keer de KNVB beker. Sinds de promotie in 1998 speelt het onafgebroken in de Eredivisie.

In de gemeente vindt men verder meerdere dansscholen, sportscholen en zwembaden. IJsbaan de Meent is een sportcentrum waar ook andere sportverenigingen gevestigd zijn. Sportpaleis Alkmaar is een overdekte multifunctionele wielerbaan van 250 meter waar jaarlijks Nederlandse kampioenschappen plaatsvinden.

Op het Drafcentrum Alkmaar aan de Sportlaan 4 vinden wekelijks op iedere maandagavond draverijen plaats. Eens per jaar is de 4½ kilometer van Alkmaar. De koers wordt verreden over zes en een halve ronde, waarbij het uithoudingsvermogen van de paarden op de proef worden gesteld.

Bekende Alkmaarders

Zie de categorie Alkmaar van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.