Handelingen van de apostelen

Handelingen van de apostelen (vaak Handelingen genoemd, of verder afgekort "Hand."; Koinè-Grieks: Πράξεις τῶν Ἀποστόλων, Práxeis tôn Apostólōn; Latijn: Actūs Apostolōrum),) is een boek in het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel. Het volgt op de vier Evangeliën. Het boek werd geschreven in het Koinè-Grieks.

Handelingen
Handelingen 15:22–24 in het Latijn (links) en het Grieks in de Codex Laudianus (6e eeuw).
Auteuronzeker; traditioneel toegeschreven aan Lucas
Tijdca. 80 of 85[1](5:16)
TaalGrieks
Hoofdstukken28
Vorige boekJohannes
Volgende boekRomeinen

Handelingen vormt samen met het Evangelie volgens Lucas een tweedelig werk dat traditioneel toegeschreven wordt aan de evangelist Lucas. Tijdens de canonvorming van het Nieuwe Testament zijn de twee delen apart van elkaar in het Nieuwe Testament terechtgekomen en ze worden in de standaardvolgorde gescheiden door het evangelie volgens Johannes.

Handelingen begint met de Hemelvaart van Jezus. Daarna wordt over het Pinksterfeest, de uitstorting van de Heilige Geest, het leven van de eerste christenen te Jeruzalem en de zendingsreizen van de apostelen Petrus en Paulus verhaald. Het boek eindigt met de gevangenneming van Paulus en zijn transport naar Rome waar hij een beroep op de keizer wil doen.

Auteur

Handelingen en het evangelie volgens Lucas hebben vrijwel zeker dezelfde auteur. Ze vormen samen een tweedelig werk met een consistente stijl, vocabulaire en theologie. Beide delen bevatten een proloog, maar een auteur wordt niet genoemd. Traditioneel wordt aangenomen dat de schrijver van beide boeken de evangelist Lucas is, die waarschijnlijk een arts was die de apostel Paulus op zijn reizen vergezelde.[2]

De eerste vermelding van Lucas als schrijver van het Lucasevangelie en Handelingen vinden we bij Ireneüs in ca. 180.[3] Ook andere vroege kerkvaders, waaronder Tertullianus, Origenes en Eusebius schrijven de beide boeken toe aan Lucas.

De aanname van het auteurschap van Lucas bij de vroege kerkvaders lijkt vooral gebaseerd te zijn op indirecte gegevens. Zo benadrukt Ireneüs dat Lucas en Paulus "onafscheidelijk" waren[4], waarbij hij zich baseert op een aantal passages in Handelingen waar de auteur over "wij" en "ons" spreekt.[5] Het is echter de vraag of de auteur met de aanduiding "ons" wil aangeven dat hij een van de betrokkenen was; het kan hier ook om een stijlfiguur gaan of om passages die integraal overgenomen zijn uit een andere bron.

Een van de redenen voor het betwijfelen van het auteurschap van Lucas is het verschil tussen het beeld van Paulus dat in Handelingen wordt gegeven en het beeld van Paulus zoals we dat kennen uit zijn brieven. Dit verschil is dusdanig groot dat het niet waarschijnlijk lijkt dat Handelingen geschreven is door iemand die lange tijd zeer nauw met Paulus samenwerkte, zoals Ireneüs dat voorstelt. Ervan uitgaande dat het Lucasevangelie en Handelingen dezelfde auteur hebben (en er is weinig reden om daar aan te twijfelen) zou dit betekenen dat het evangelie dus niet door Lucas geschreven is.

Er zijn ook onderzoekers die vasthouden aan Lucas als auteur of die deze mogelijkheid in ieder geval open houden. Handelingen bevat maar een beperkt aantal 'wij'-passages en het is dus mogelijk dat de auteur Paulus slechts op enkele reizen vergezeld heeft. Er zijn ook geen aanwijzingen dat de auteur de brieven van Paulus kende of gelezen heeft. Het beeld dat hij van Paulus' leer had zou dan beperkt geweest zijn, wat de verschillen tussen Handelingen en de brieven van Paulus kan verklaren (een andere mogelijkheid is dat hij Paulus' theologie niet goed begreep). Er is ook wel beargumenteerd dat Lucas en Handelingen door een arts geschreven moeten zijn omdat ze medische vakkennis veronderstellen of een bijzondere aandacht voor medische onderwerpen zouden laten zien die op een arts als schrijver zouden wijzen.[6] Tegenwoordig neemt men echter aan dat het aanwijzen van Lucas als auteur onderdeel was van het proces van canonvorming van het Nieuwe Testament, waarbij anonieme werken werden toegeschreven aan personen die zo dicht mogelijk bij Jezus stonden. Op basis van de kenmerken van de werken die we nu kennen als het Evangelie volgens Lucas en Handelingen, werd Lucas bestempeld als auteur, omdat hij arts was en deze werken een bijzondere aandacht voor medische onderwerpen zouden laten zien.

Datering

De datering die voor het Lucasevangelie en Handelingen gehanteerd wordt loopt sterk uiteen, van 60 n.Chr. tot 130 n.Chr.

Een van de factoren die bij de datering een rol speelt is dat Paulus' dood niet vermeld wordt[7] en de boeken in het algemeen geen verwijzingen bevatten naar gebeurtenissen na circa 60 n.Chr. Dit zou erop kunnen duiden dat de twee boeken voor het jaar 60 geschreven zijn. Het kan echter ook het resultaat zijn van het doel dat de auteur heeft. Gegeven een beperkte ruimte (het evangelie en Handelingen hebben beide de omvang van een boekrol) wil de auteur laten zien wat de boodschap van Jezus is (het evangelie) en hoe die boodschap bekendgemaakt wordt bij zowel Joden als heidenen (Handelingen). Met de komst en prediking van Paulus in Rome, het centrum van de toenmalige bij de auteur en lezers bekende wereld, is de verspreiding van het evangelie onder de heidenen een feit en kan de auteur zijn vertelling afsluiten. Het is ook mogelijk dat hij veronderstelde dat de meer recente gebeurtenissen bij zijn lezers bekend zouden zijn en daarom niet opgenomen hoefden te worden.

Een aanwijzing voor een late datering is dat Justinus de Martelaar (circa 100-165) het Lucasevangelie en Handelingen niet lijkt te kennen, hoewel dat niet met zekerheid te zeggen is.

Als we uitgaan van de 'prioriteit van Marcus' (de aanname dat Marcus van de drie synoptische evangeliën het eerst geschreven is) moeten we Lucas na Marcus dateren. In ieder geval geeft de auteur aan dat er op het moment dat hij zijn evangelie schrijft er al meerdere schriftelijke verslagen van Jezus' leven bekend zijn, wat een al te vroege datering onwaarschijnlijk maakt.

Lezers

Het boek is opgedragen aan ene Theofilus. Theofilus is een Griekse naam die 'door God geliefd' betekent. Mogelijk was hij een welgestelde christen die optrad als mecenas (beschermheer). Dat Lucas Theofilus aanspreekt met de adressering "kratistos" (in sommige vertalingen vertaald als "hooggeachte") die hij elders enkel voor hoge Romeinse functionarissen (met name gouverneurs) gebruikt, lijkt erop te wijzen dat Theofilus zo'n functionaris was. Omdat plaatsen in Judea nauwkeurig beschreven worden, terwijl dit niet met plaatsen in Italië gebeurt, nemen sommigen aan dat hij in Italië geleefd heeft.

Het is echter ook mogelijk dat het hier niet gaat om een specifiek persoon, maar om een figuurlijke benaming voor christenen, "de door God geliefden", in het algemeen.

In ieder geval zijn de Handelingen voor heidenchristenen geschreven. In plaats van de Joodse aanduiding Rabbi worden de Griekse aanduidingen Kyrios (Heer) en Epistates (Meester) gebruikt.

Kenmerken

De titel van Handelingen, De handelingen van de apostelen, dekt de lading niet helemaal: het merendeel van de apostelen speelt geen rol van betekenis in het boek. In tegenstelling tot het Lucasevangelie dat, net als de andere drie evangeliën, veel weg heeft van een Grieks-Romeinse biografie, heeft Handelingen meerdere hoofdrolspelers. Een daarvan is Paulus die pas in hoofdstuk 9 het toneel betreedt. Een andere hoofdrolspeler is Petrus, van wie we na hoofdstuk 15 echter niets meer vernemen. De Heilige Geest, die in de theologie van Lucas een belangrijke plaats inneemt, kunnen we misschien als derde hoofdrolspeler van Handelingen beschouwen.

Een groot deel van Handelingen, ongeveer een kwart van de tekst, bestaat uit redevoeringen. Veel (en lange) redevoeringen waren gebruikelijk in Grieks-Romeinse historiografieën en net als de geschiedschrijvers van die tijd zal het er de auteur van Handelingen niet om te doen zijn geweest om vast te leggen wat zijn personages gezegd hebben, maar om wat ze gezegd zouden kunnen hebben. Hetzelfde zou kunnen gelden voor de twee brieven die Handelingen citeert (15:23-29 en 23:26-30), hoewel het in ieder geval bij de brief van de oudsten uit Jeruzalem (15:23-29) ook heel goed mogelijk is dat de auteur over de tekst ervan beschikte.

Op een aantal plaatsen spreekt de tekst over "wij" en "ons" (16:10-17, 20:5-16, 21:1-18, 27:1-28:16), wat voor vroege uitleggers reden is geweest om aan te nemen dat Lucas en Handelingen geschreven zijn door een vaste medewerker van Paulus. Deze aanname wordt tegenwoordig door veel onderzoekers verworpen. Het is ook mogelijk dat de auteur van Handelingen hier de dagboeken of reisverslagen van een medereiziger van Paulus ingevoegd heeft. In ieder geval gaat hem om een beperkt aantal passages die betrekking hebben op delen van de reizen van Paulus, en die vrij plotseling beginnen en eindigen. Er zijn nog een aantal plekken die mogelijk een overgang tussen verschillende door de auteur gebruikte bronnen wijzen (bijvoorbeeld 6:1 en 15:1-5).

Inhoud

Pinksteren door Giotto

Nadat Jezus naar de hemel is opgestegen, wordt er een vervanger voor Judas Iskariot aangewezen. Tijdens het pinksterfeest, als de volgelingen van Jezus bij elkaar zijn, ontvangen zij de Heilige Geest. Dankzij de Heilige Geest kunnen de discipelen wonderen verrichten (met name genezingen), hij leidt hen bij de verspreiding van Jezus' leer en hij helpt hen om de juiste dingen te zeggen wanneer dat nodig is. Een groot aantal Joden bekeert zich, maar de Joodse religieuze leiders laten de apostelen gevangennemen. Ze worden ondervraagd en op voorspraak van Gamaliël weer vrij gelaten. De Joodse leiders blijven de christenen echter vijandig gezind en op een gegeven moment wordt Stefanus gevangengenomen en gestenigd. Jezus' volgelingen worden steeds heviger vervolgd en ontvluchten Jeruzalem naar Judea en Samaria. Wanneer de farizeeër Paulus op reis is naar Damascus om de christenen die daarheen gevlucht zijn gevangen te nemen, verschijnt Jezus aan hem, waarop Paulus zich bekeert. Ondertussen bekeren steeds meer Joden zich, niet alleen in Palestina maar ook daarbuiten. Petrus krijgt een visioen waarin hem uitgelegd wordt dat ook niet-Joden ('heidenen') zich bij de volgelingen van Jezus aan mogen sluiten en gedoopt mogen worden. De grootste rol bij de verspreiding van het evangelie onder niet-Joden is echter weggelegd voor de bekeerde Paulus, die drie zendingsreizen onderneemt waarbij hij christengemeentes sticht in Sicilië, Klein-Azië, Macedonië en Achaea. Wanneer Paulus Jeruzalem bezoekt wordt hij gevangengenomen en moet hij zich verdedigen tegenover de Joodse leiders en de Romeinse machthebbers. Uiteindelijk doet hij een beroep op de keizer. Paulus en enkele andere gevangenen worden door Romeinse soldaten per schip naar Rome gebracht. Onderweg lijden de reizigers schipbreuk en komen ze op Malta terecht. Na 3 maanden vertrekken ze met een ander schip van Malta naar Rome. In Rome wordt Paulus verwelkomd door medechristenen, hij ontmoet de plaatselijke Joodse leiders en hij verblijft daar 2 jaar in huisarrest. Hij is vrij om bezoek te ontvangen en om zijn boodschap te verkondigen. En met deze mededeling eindigt het boek Handelingen; hoe het uiteindelijk met Paulus in Rome afloopt wordt niet vermeld.

Handelingen beschrijft niet alle uitbreidingen en ontwikkelingen die plaatsvinden tussen de dood van Jezus en de aankomst van Paulus in Rome. Het boek richt zich voornamelijk op Petrus en Paulus. Het is aannemelijk dat ook andere apostelen en volgelingen van Jezus zich bezighielden met evangelisatie binnen en buiten Palestina. Handelingen 28 vermeldt dat er al christenen waren in Pozzuoli (Puteoli) en in Rome op het moment dat Paulus voor het eerst in die plaatsen arriveert. De brief van Paulus aan de Romeinen suggereert dat er voordat Paulus Rome bezocht zelfs al sprake was van een georganiseerde christelijke gemeente daar. Over verspreiding van het christendom richting Noord-Afrika vermeldt Handelingen niets (wel is er een verhaal over de doop van een Ethiopiër, maar dit vindt plaats in Palestina).

Indeling

Paulus krijgt bij Ananias het gezichtsvermogen terug (Handelingen 9:18). Schilderij van Pietro De Cortana uit 1631.
Opgedragen aan Theophilus (1:1-2)
Verrijzenis bewijzen van Jezus (1:3)
  • Laatste samenkomst: Hemelvaart (1:4-11)
Grote Opdracht (1:4-8)
Hemelvaart van Jezus Christus (1:9)
Komst van de Heilige Geest (1:10-11)
Mattias tot apostel gekozen (1:12-26)
Nederdaling van de Heilige Geest (2:1-13)
Redevoering van Petrus (2:14-2:41)
Het leven der gelovigen (2:42-2:47)
Petrus geneest een lamme bedelaar (3:1-10)
Ananias en Saffira (5:1-11)
Instelling van het diaconaat (nog niet onder die naam; 6:1-6)
Gevangenneming en steniging van Stefanus (6:8-7:60)
  • Bekering van Paulus (9:1 - 9:31)
  • De roeping van de heidenen (9:32 - 12:24)
Een visioen suggereert Petrus dat de Joodse spijswetten niet nageleefd hoeven te worden (10:9 e.v.)
Introductie van de term christen (11:26)
  • De uitbreiding van de Kerk onder Joden en heidenen (13:1 - 20:38)
Eerste zendingsreis van Paulus (13:1 - 14:28)
Concilie van Jeruzalem (15:1 - 15:35)
Tweede zendingsreis van Paulus (15:36 - 18:22)
Derde zendingsreis van Paulus (18:23 - 20:38)
  • Paulus' gevangenschap en komst te Rome (21 - 28)
Paulus' laatste reis naar Jeruzalem (21:1 - 21:26)
Paulus' gevangenschap te Jeruzalem (21:27 - 23:30)
Paulus' gevangenschap te Caesarea (24:27 - 26:10)
Paulus' reis naar Rome (27:1 - 28:17)
Oude Testament (christelijke volgorde)
Thora:Genesis · Exodus · Leviticus · Numeri · Deuteronomium
Jozua · Rechters · Ruth · 1 en 2 Samuel · 1 en 2 Koningen · 1 en 2 Kronieken · Ezra · Nehemia · Tobit · Judit · Ester · 1 Makkabeeën · 2 Makkabeeën
Job · Psalmen · Spreuken · Prediker · Hooglied · Wijsheid (van Salomo) · (Wijsheid van Jezus) Sirach
Grote profeten:Jesaja · Jeremia · Klaagliederen · Baruch · Ezechiël · Daniël
Kleine profeten:Hosea · Joël · Amos · Obadja · Jona · Micha · Nahum · Habakuk · Sefanja · Haggai · Zacharia · Maleachi
De deuterocanonieke boeken zijn cursief weergegeven. In moderne uitgaven worden ze vaak na Maleachi geplaatst.


Oude Testament (joodse volgorde)
Torah:Genesis · Exodus · Leviticus · Numeri · Deuteronomium
Vroege profeten:Jozua · Rechters · 1 en 2 Samuel · 1 en 2 Koningen
Late profeten:Jesaja · Jeremia · Ezechiël
Kleine profeten:Hosea · Joël · Amos · Obadja · Jona · Micha · Nahum · Habakuk · Sefanja · Haggai · Zacharia · Maleachi
Poëzie:Psalmen · Job · Spreuken
Feestrollen:Ruth · Hooglied · Prediker · Klaagliederen · Ester
Historie:Daniël · Ezra · Nehemia · 1 en 2 Kronieken


Nieuwe Testament
Evangeliën:Matteüs · Marcus · Lucas · Johannes
Handelingen:Handelingen van de apostelen
Brieven van Paulus:Romeinen · 1 Korintiërs · 2 Korintiërs · Galaten · Efeziërs · Filippenzen · Kolossenzen · 1 Tessalonicenzen · 2 Tessalonicenzen · 1 Timoteüs · 2 Timoteüs · Titus · Filemon
Hebreeën
Katholieke brieven:Jakobus · 1 Petrus · 2 Petrus · 1 Johannes · 2 Johannes · 3 Johannes · Judas
Apocalyptiek:Openbaring van Johannes
Zie de categorie Acts of the Apostles van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.