AkzoNobel

AkzoNobel is een Nederlandse multinational met activiteiten op het gebied van verven en lakken. Het hoofdkantoor bevindt zich in Amsterdam. Over 2019 bedroeg de geconsolideerde omzet bijna 10 miljard euro en de onderneming is actief in meer dan 80 landen.

AkzoNobel
Hoofdkantoor van AkzoNobel in Amsterdam-Zuid (mei 2019)
BeursEuronext: AKZA (gewone aandelen)
NASDAQ: AKZOY (ADR's)
Oprichting1994
SleutelfigurenThierry Vanlancker (CEO)
HoofdkantoorChristian Neefestraat 2
Amsterdam (tot augustus 2007 in Arnhem)
Werknemers33.800 (jaareinde 2019)[1]
Productenverven en coatings
Omzet€ 9,3 miljard (2019)[1]
Winst€ 539 miljoen (2019)[1]
Marktkapitalisatie€ 17,8 miljard (31 dec. 2018)
Websitewww.akzonobel.nl
Portaal    Economie
Standbeeld van bij het kantoor van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie in Delfzijl, 1971
Deze zouthuisjes zijn een bekende verschijning in de omgeving van Hengelo en Boekelo. Hierin bevindt zich de pompinstallatie waarmee het zout wordt gedolven.

De voorzitter van de raad van bestuur is Thierry Vanlancker. Voorzitter van de raad van commissarissen is Nils Smedegaard Andersen.

Activiteiten

AkzoNobel is een belangrijk producent van verf en coatings. Het bedrijf verkoopt wereldwijd waarvan ruim 40% in Europa, een vijfde in Noord- en Zuid-Amerika en ook een derde in Azië. De omzet in Nederland is minder dan 5% van het totaal.[1]

De aandelen van het bedrijf zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam effectenbeurs. Het maakt onderdeel uit van de AEX aandelenindex. Per eind 2018 was 65% van de aandelen in handen van Amerikaanse en Britse beleggers, het aandeel van Nederlandse beleggers is dermate klein dat het niet apart wordt vermeld.

Decoratieve verven

Het bedrijf is 's werelds toonaangevende verfleverancier met beroemde namen zoals Flexa, Sikkens, Dulux en Hammerite. Dit segment maakte in 2019 zo'n 40% van de totale omzet uit.[1]
De groep decoratieve verven bestaat uit de volgende onderverdeling:

  • South East and Southern Asia & Middle East
  • China & North Asia
  • North West Europe
  • Eastern and Southern Europe & Africa
  • Latin America

Coatings

De groep coatings bestaat uit de volgende strategic market units (SMU's):

  • Specialty Coatings - onder andere Yacht, Aerospace, Automotive en Consumer Electronics
  • Vehicle Refinishes - lakken voor de automobielindustrie
  • Wood Coatings
  • Metal Coatings
  • Powder Coatings
  • Marine Coatings
  • Protective Coatings

Bekende merken zijn onder andere Sikkens®, International®, Herbol®, Trimetal® en Interpon®. Deze producten zijn gebruikt op onder andere het reuzenrad London Eye in Londen, het operagebouw La Scala in Milaan en de Sontbrug tussen Denemarken en Zweden.

Resultaten

In 2012 leed AkzoNobel een fors verlies vanwege een eenmalige afboeking van ruim € 2,5 miljard op de waarde van de verfactiviteiten.[2] Door de economische malaise en de crisis in de bouw was er minder vraag naar verf. De omzetdaling in 2017 is toe te schrijven aan de voorgenomen verkoop van de groep specialistische chemicaliën en in 2018 kwam de winst hierdoor eenmalig fors hoger uit.

AkzoNobel: Omzet en Winst 2001-2008
Jaar[3] Omzet Winst
2001 € 14,11 miljard € 671 miljoen
2002 € 14,00 miljard € 818 miljoen
2003 € 13,05 miljard € 602 miljoen
2004 € 12,83 miljard € 945 miljoen
2005 € 13,00 miljard € 961 miljoen
2006 € 10,02 miljard € 715 miljoen
2007 € 10,22 miljard € 410 miljoen
2008 € 15,42 miljard € −1080 miljoen
2009 € 13,03 miljard € 285 miljoen
2010 € 14,64 miljard € 754 miljoen
2011 € 15,70 miljard € 541 miljoen
2012 € 15,39 miljard € −2169 miljoen
2013 € 14,59 miljard € 724 miljoen
2014 € 14,30 miljard € 618 miljoen
2015 € 14,86 miljard € 1066 miljoen
2016 € 14,20 miljard € 970 miljoen
2017 € 14,75 miljard € 832 miljoen
2017[4] € 9,61 miljard € 832 miljoen
2018 € 9,26 miljard € 6674 miljoen[5]
2019 € 9,28 miljard € 539 miljoen

Geschiedenis

AkzoNobel is in de loop van meer dan twee eeuwen ontstaan uit een aantal verschillende 'voorouders'. De oudste daarvan is het verffabriekje van Det Holmbladske Selskab uit Denemarken. Holmbladske is in 1777 opgericht en leeft voort in het coatingmerk Sadolin.

De oudste voorloper uit Nederland is Sikkens, de fabriek van verven en lakken die in 1792 van start ging in Groningen. Later kwamen er via verschillende fusies namen bij als

In 1962 fuseerden Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie en Ketjen tot Koninklijke Zout Ketjen. In 1967 fuseerden Koninklijke Zout Ketjen en Koninklijke Zwanenberg Organon tot Koninklijke Zout Organon, actief in onder andere chemie, geneesmiddelen en verf. In 1969 fuseerde de Algemene Kunstzijde Unie (AKU), een Nederlands-Duitse fabrikant van kunstvezels, met Koninklijke Zout Organon.

Na de fusie ging het bedrijf AKZO heten, een mammoetconcern voor Nederlandse begrippen in die tijd, met meer dan 100.000 medewerkers wereldwijd. Daarna werden de stappen steeds groter en de blik ging steeds verder de grens over. Er verdwenen ook regelmatig bedrijven, producten en merken die niet echt bij AKZO pasten. Oorspronkelijk wilde men zich verder specialiseren in de farmaceutische industrie, doch later zouden coatings (verf) de kernactiviteit gaan vormen.

Akzo Nobel werd in 1994 gevormd door overname van Nobel Industries door AKZO. Nobel Industries was in 1984 ontstaan uit een fusie van KemaNobel en Bofors. Dit bedrijf maakt onder meer hulpchemicaliën voor de papierindustrie.

In 1998 werd het Britse Courtaulds ingelijfd, een grote producent van coatings en vezels. Akzo Nobel behoort nu tot de grootste producenten van coatings ter wereld. De kunstvezelbedrijven van Courtaulds en Akzo Nobel werden samengevoegd onder de nieuwe naam Acordis en verkocht aan CVC Capital Partners, dat op zijn beurt het onderdeel Twaron BV verkocht aan Teijin.

Op 7 september 2006 gaven de aandeelhouders toestemming voor het splitsen van Akzo Nobel in Akzo Nobel (verven en lakken, en chemische producten) en Organon BioSciences (geneesmiddelen). Dit alles had te maken met het feit dat men zich ging concentreren op kernactiviteiten zoals coatings. De geneesmiddelengroep van Akzo Nobel bestond uit Organon, Intervet, Nobilon en Diosynth. Deze bedrijven zouden aanvankelijk gezamenlijk verdergaan als een beursgenoteerde bedrijf, maar Akzo Nobel werd benaderd door een Amerikaanse farmaceut voor de beursnotering een feit werd. In maart 2007 werd de verkoopintentie bekendgemaakt en Schering-Plough betaalde 11 miljard euro voor de activiteiten.[6] Schering-Plough is sterk op het gebied van anesthesie, cholesterolverlagers en medicijnen tegen gewrichtsontstekingen en telde in 2006 33.500 werknemers.[6] Organon is vooral gespecialiseerd in anticonceptie en vruchtbaarheidsbehandelingen. Die activiteiten zullen vooralsnog in Oss blijven. Bij Organon werkten 18.500 mensen.[6] Beide bedrijven zijn sterk in diergeneesmiddelen en deze activiteit wordt geleid vanuit Boxmeer.

Op 20 augustus 2007 waren Akzo Nobel en het Britse concern ICI het eens over de overname van ICI door Akzo Nobel, met de bedoeling om de verf (coating) afdelingen bij elkaar te voegen en de niet bij de kernactiviteiten passende onderdelen te verkopen. De verfafdeling van ICI heet Dulux. Aldus zou Akzo Nobel uitgroeien tot de grootste verffabrikant ter wereld. Bij de overname werd samengewerkt met Henkel, dat geïnteresseerd in de afdelingen kleefstoffen en chemicaliën voor de elektronische industrie. Gevreesd werd dat bij dit alles massa-ontslagen zouden vallen. Om de goedkeuring van de Europese Commissie te bekomen voor de overname van ICI diende Akzo Nobel verschillende van zijn verfmerken geheel of gedeeltelijk te verkopen. Zo werd Crown Paints verkocht in een management buy-out, en het Belgische De Keyn en Linitop aan de Franse groep Durieu.

In 2008 werd Akzo Nobel omgedoopt tot AkzoNobel en werd een nieuw logo geïntroduceerd.

In december 2012 maakte AkzoNobel bekend de Decorative Paints activiteiten in Noord-Amerika te gaan verkopen aan PPG Industries.[7] Deze activiteit behaalde in 2011 een omzet van US$ 1,5 miljard, dat is ongeveer 7% van de totale omzet, telde ongeveer 5000 werknemers verspreid over acht fabrieken. PPG Industries gaat hiervoor US$ 1,05 miljard betalen.[7] AkzoNobel blijft wel met Performance Coatings en Specialty Chemicals actief in deze markt. De verkoop is een gevolg van een strategische keuze om alleen actief te zijn in belangrijke markten in Europa en waar AkzoNobel hoge groei van Decorative Paints verwacht.[7]

In februari 2016 kocht AkzoNobel de 'industrial coatings'-divisie van BASF voor € 475 miljoen.[8] De divisie heeft een jaaromzet van circa € 300 miljoen.[8] Naast alle technologieën, patenten en handelsmerken worden ook twee fabrieken overgenomen waarvan één in het Verenigd Koninkrijk en één in Zuid-Afrika.[8] Deze transactie werd in december 2016 afgerond.

Bij AkzoNobel vonden in 2013 en 2015 milieu-incidenten plaats, zoals ontsnapping van chloorgas, lekkage van zoutzuur en lozing van onbekende stoffen. In 2017 is het bedrijf hiervoor veroordeeld met een boete van 100.000 euro.[9]

Overnamebod van PPG

In maart 2017 deed de Amerikaanse concurrent PPG Industries een bod op alle aandelen AkzoNobel.[10] PPG bood ongeveer € 83 per aandeel in geld en aandelen, of € 21 miljard in totaal. Het bestuur van AkzoNobel noemde het voorstel 'ongevraagd' en niet in het belang van aandeelhouders, klanten en medewerkers. Het bod werd resoluut afgewezen.[10] De top 10 verf- en lakproducenten, inclusief AkzoNobel en PPG, heeft zo’n 57% van de wereldmarkt in handen en de rest is verdeeld over circa 7500 bedrijven.[10] AkzoNobel zoekt zelf ook naar overnamekandidaten en om deze acquisities te betalen overweegt AkzoNobel de afsplitsing van de divisie Specialistische chemicaliën.[10] Dit bedrijfsonderdeel vertegenwoordigt ongeveer een derde van de totale omzet.

In antwoord op het overnamebod presenteerde het bestuur van bedrijf in april 2017 diverse maatregelen om de aandeelhouders tevreden te stellen.[11] De chemietak zal binnen een jaar worden afgesplitst, het bedrijfsonderdeel wordt verkocht of krijgt een eigen beursnotering.[12] Verder krijgen de aandeelhouders een extra winstuitkering van € 1,6 miljard en tot slot beloofde het bestuur in de kosten te snijden en daarmee de winst te verhogen.[11]

Op 24 april 2017 verhoogde PPG voor de tweede keer haar bod op AkzoNobel. PPG biedt nu € 96,75 per aandeel, waarvan € 61,50 in contanten en de rest in aandelen PPG.[13] Het verhoogde bod is in totaal, inclusief de schulden van AkzoNobel, bijna € 27 miljard waard.[13] Het bestuur van AkzoNobel beloofde het bod zorgvuldig te gaan bekijken en beoordelen. Het bestuur wees het bod af. Op 1 juni 2017 staakte PPG zijn pogingen AkzoNobel over te nemen.[14] Door de tegenwerking van de bestuurders van AkzoNobel werden de risico's te groot om het bod door te zetten.[14] De koers van het aandeel schommelt sindsdien rond de € 80 en dat is ver beneden het bod van PPG.[15]

Verkoop Specialty Chemicals

Akzo Nobel Specialty Chemicals maakt specialistische chemicaliën, zout, chloor-alkali producten en andere industriële chemische producten. Deze producten worden gebruikt voor de productie van alledaagse dingen als papier, roomijs, bakmiddelen, cosmetica, plastic en glas.

De groep specialistische chemicaliën bestaat uit de volgende units:

  • Industrial Chemicals (IC) - voorheen Base Chemicals
  • Functional Chemicals (FC)
  • Surface Chemistry (SC)
  • Pulp and Performance Chemicals, ook handelend onder de naam Eka (PPC)
  • Delamine (joint venture met Tosoh Corporation)

In maart 2018 werd bekend dat deze activiteit wordt verkocht aan The Carlyle Group en het Singaporese GIC.[16] De twee investeringsmaatschappijen betalen € 10,1 miljard. Specialty Chemicals behaalt een jaaromzet van ongeveer 5 miljard euro en telt wereldwijd zo'n 10.000 werknemers.[16] Na de verkoop heeft AkzoNobel alleen nog verf en lakken. De splitsing is een gevolg van de vijandige overnamepogingen door PPG in 2017. Rond het overnamegevecht beloofde AkzoNobel de chemietak te verkopen. De netto opbrengst van zo'n € 7,5 miljard wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders.[16] De chemietak opereert sinds de afsplitsing onder de naam Nouryon.

Bestuursvoorzitters

Vanaf mei 2003 was Hans Wijers voorzitter van de raad van bestuur. Hij werd in mei 2012 opgevolgd door Ton Büchner. Op 19 juli 2017 beëindigde Büchner per direct zijn werkzaamheden. Volgens de officiële verklaring van AkzoNobel gebeurde dat om gezondheidsredenen. Hij kreeg een severance payment mee van 925.000 euro. Thierry Vanlancker nam zijn taken over.

Trivia

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.