wedervaren

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
wedervaren
Woordafbreking
  • we·der·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wedervaren
wedervoer
wedervaren
klasse 6 volledig

Werkwoord

wedervaren

  1. overgankelijk beleven, ervaren, meemaken, op zijn pad tegenkomen
    • Wat zij op de tocht wedervoeren valt niet eenvoudig te beschrijven. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
wedervaren

wedervaren

  1. voltooid deelwoord van wedervaren
enkelvoud meervoud
naamwoord wedervaren -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wedervaren o

  1. dat wat is meegemaakt, belevenissen

Gangbaarheid

  • Het woord wedervaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Middelnederlands

Uitspraak
  • [1] klemtoon 'wedervaren
  • [2],[3] klemtoon weder'varen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

wedervaren

  1. onovergankelijk teruggaan
  2. onovergankelijk optreden tegen
  3. onovergankelijk gebeuren, ten deel vallen
Opmerkingen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.