wedervaren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wedervaren (hulp, bestand)
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
wedervaren |
Woordafbreking
- we·der·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gebeuren’ voor het eerst aangetroffen in 1404 [1]
- van Middelnederlands wedervaren; op te vatten als samenstelling van weder bw en varen ww [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wedervaren |
wedervoer |
wedervaren |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
wedervaren
- Wat zij op de tocht wedervoeren valt niet eenvoudig te beschrijven.
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wedervaren |
wedervaren
- voltooid deelwoord van wedervaren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedervaren | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
wedervaren o
- dat wat is meegemaakt, belevenissen
Gangbaarheid
- Het woord wedervaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wedervaren' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Middelnederlands
Uitspraak
- [1] klemtoon 'wedervaren
- [2],[3] klemtoon weder'varen
Werkwoord
wedervaren
- onovergankelijk teruggaan
- onovergankelijk optreden tegen
- onovergankelijk gebeuren, ten deel vallen
Opmerkingen
- [1] verbonden met het voorzetsel te "naar"
- [2] met de tegenstander als meewerkend voorwerp
- [3] met degene die het meemaakt als meewerkend voorwerp
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.