lotgeval

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lot·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lotgeval lotgevallen
verkleinwoord lotgevalletje lotgevalletjes

Zelfstandig naamwoord

lotgeval o

  1. wat iemand bij toeval overkomt
    • "Een lotgeval van de Wandelende Jood, die het benaauwd kreeg tegen zijn Sergeant Jaapie Vooruit, of het gevecht tusschen Kippen, Hazen en Beenen. Een Oorlogspraatje van 1819." is een titel van een satirisch pamflet. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord lotgeval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.