weder
Nederlands
Woordafbreking
- we·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: opnieuw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weder | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Hyponiemen
- [1] lenteweder
- [1] onweder
Afgeleide begrippen
- wedergesteldheid
Bijwoord
Afgeleide begrippen
- alweder
|
Uitdrukkingen en gezegden
- het is weder raak
- weder terecht zijn
Vertalingen
- zie weer
weder terecht zijn
|
het is weder raak
|
Gangbaarheid
- Het woord weder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weder' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "weder" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- weder op website: Etymologiebank.nl
- weder op website: Etymologiebank.nl
- weder op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.