meemaken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meemaken (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈme.ma.kə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈme.ma.kə(n)/
- (Limburg): /ˈme.ma.kə(n)/
Woordafbreking
- mee·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mee bw en maken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meemaken |
maakte mee |
meegemaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
meemaken
- overgankelijk iets ~: getuige zijn van een gebeurtenis
- Jij hebt de oorlog niet meegemaakt.
Vertalingen
1. getuige zijn van een gebeurtenis
Gangbaarheid
- Het woord meemaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meemaken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.