wandelschoen
![](../I/m/Bergschuh_Leder_um_1982.jpg)
1. schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wandelschoen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌsχun/, /-dɔɫ-/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.ˌsxun/
Woordafbreking
- wan·del·schoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wandel ww en schoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelschoen | wandelschoenen |
verkleinwoord | wandelschoentje | wandelschoentjes |
Zelfstandig naamwoord
wandelschoen m
- De juiste wandelschoen is een basisvereiste voor 'tredzekerheid' tijdens het wandelen. [1]
- (schoeisel) licht, gemakkelijk zittend schoeisel met lage hakken, geschikt om op straat te wandelen
- Maar ook de „normale" wandelschoen waarvan de hak slechts iets hoger ligt dan de zool, wordt door sommige experts in lichaamshouding en beweging als ongezond beschouwd. [2]
Synoniemen
- [1] bergschoen
- [2] trotteur
Antoniemen
- [2] pump (bij damesschoenen)
- [2] werkschoen (bij herenschoenen)
Verwante begrippen
Verwijzingen
- redactie Reiskrant Tips voor een wandeltocht in de bergen (15 mei 2015) op website: telegraaf.nl; geraadpleegd 2016-03-03
- "Van voor en over vrouwen. Gezond wandelen" in: Leeuwarder Courant jrg. 224 nr. 142 (21 juni 1975); p. 28 kol. 5; geraadpleegd 2016-03-03
Vertalingen
1. een schoeisel dat speciaal geschikt is om grote wandelingen mee te maken
Gangbaarheid
- Het woord wandelschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.