wandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandelaar    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.də.ˌlar/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.də.ˌlar/
Woordafbreking
  • wan·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van wandelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelaar wandelaars
verkleinwoord wandelaartje wandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

wandelaar m

  1. iemand die buitenshuis een stuk loopt
    • Vanwege het mooie weer waren er op de dijk een heel aantal wandelaars. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.