wandelpark
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wandelpark (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌpɑrk/, /-dɔɫ-/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.ˌpɑrk/
Woordafbreking
- wan·del·park
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wandel ww en park
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelpark | wandelparken |
verkleinwoord | wandelparkje | wandelparkjes |
Zelfstandig naamwoord
wandelpark o
- een park waarin men kan wandelen, en dat doorgaans niet met voertuigen te bezichtigen is
- Vanwege het mooie weer waren er in het wandelpark een heel aantal bezoekers.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wandelpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.