wandelvakantie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wandelvakantie    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.vɐ.ˌkɑn.tsi/, /-dɔɫ-/
Woordafbreking
  • wan·del·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandelvakantie wandelvakanties
verkleinwoord wandelvakantietje wandelvakantietjes

Zelfstandig naamwoord

wandelvakantie v

  1. een vakantie waarin men voornamelijk wandelt, waarschijnlijk om van de ene overnachtingsplek naar de volgende te komen
    • Vanwege het mooie weer waren er veel mensen op wandelvakantie. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wandelvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.