uitvoeren
Nederlands
Woordafbreking
- uit·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tot stand brengen’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
- samenstelling van uit bw en voeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitvoeren |
voerde uit |
uitgevoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitvoeren
- exporteren (alle betekenissen)
- afhandelen, voltrekken, ten uitvoer brengen
- (software) runnen, een programma uitvoeren
Typische woordcombinaties
- [1]: (consumptie)goederen uitvoeren, uitvoeren van gegevens uit een informatiesysteem
- [2]: een vonnis uitvoeren, een muziekstuk uitvoeren
- [2]: een gerechtelijk bevel uitvoeren
Verwante begrippen
Vertalingen
1. exporteren
2. afhandelen, voltrekken, ten uitvoer brengen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitvaren |
uitvoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitvaren
- ...dat wij uitvoeren.
- ...dat jullie uitvoeren.
- ...dat zij uitvoeren.
- ...dat wij uitvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord uitvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitvoeren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.