cumplir

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /kumˈpliɾ/
Woordafbreking
  • cum·plir

Werkwoord

cumplir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cumplir
cumplía
cumplido
volledig
  1. onovergankelijk zijn plicht doen, zijn taak uivoeren
  2. nakomen, vervullen
  3. overgankelijk vervullen, volbrengen, kwijten, uitvoeren, voltrekken
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.