bewerkstelligen
Nederlands
Woordafbreking
- be·werk·stel·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘uitvoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1769 [1]
- Samenstellende afleiding van werk en stellig met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bewerkstelligen |
bewerkstelligde |
bewerkstelligd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bewerkstelligen
- overgankelijk zorgen dat iets tot stand komt
- Hopelijk bewerkstelligt Obama met zijn toespraak voor het Congres vandaag een verbetering in het economisch beleid.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- bewerkstelliger, bewerkstelliging
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bewerkstelligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewerkstelligen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.