vervullen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vervullen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈvʏlə(n)/
Woordafbreking
  • ver·vul·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vervullen
vervulde
vervuld
zwak -d volledig

Werkwoord

vervullen

  1. ditransitief het (doen) uitkomen van een voorspelling of belofte
    • Hij vervulde daarmee wat hij eerder toegezegd had. 
  1. overgankelijk geheel vullen of doortrekken
    • De heerlijke geur vervulde het gehele gebouw. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vervullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.