team
Nederlands
Woordafbreking
- team
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ploeg’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
- Leenwoord van het Engelse team.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | team | teams |
verkleinwoord | teampje | teampjes |
Zelfstandig naamwoord
team o
- (sport) een ploeg van bij elkaar horende spelers
- In welk team zit jij? Ik zit in de C2.
- een groep samenwerkende mensen
- Op ons werk vormen wij een echt team.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een ploeg van bij elkaar horende spelers
2. een groep samenwerkende mensen
Gangbaarheid
- Het woord team staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'team' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /tiːm/
Woordafbreking
- team
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Engelse naamwoord team.
Zelfstandig naamwoord
team o
- «Institusjonen er inndelt i 4 team; miljøteam, utrederteam, pedagogteam og familie- og oppfølgingsteam.»
- De instelling is onderverdeeld in vier teams: het (jeugd-)scèneteam, het pedagogenteam, het onderwijsteam en het familie- en begeleidingsteam.
- «Institusjonen er inndelt i 4 team; miljøteam, utrederteam, pedagogteam og familie- og oppfølgingsteam.»
- spreker, woordvoerder
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | team | teamet | team | teama, teamene |
genitief | teams | teamets | teams | teamas, teamenes |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /tiːm/
Woordafbreking
- team
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Engelse naamwoord team.
Verbuiging
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | team | teamet | team | teama |
genitief |
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | teami | |||
genitief |
Afgeleide begrippen
- teamarbeid, teamwork
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.