spreker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spre·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van spreken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord spreker sprekers
verkleinwoord sprekertje sprekertjes

Zelfstandig naamwoord

spreker m

  1. iemand die een toespraak houdt
    • De ongeoefende spreker hield een eindeloze saaie toespraak. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.