olifant

Een olifant.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  olifant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈoliˌfɑnt/
Woordafbreking
  • oli·fant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olifant olifanten
verkleinwoord olifantje olifantjes

Zelfstandig naamwoord

olifant m

  1. (zoogdieren) een groot dikhuidig en veelhoevig zoogdier met een lange slurf
    • Mijn lievelingsdier is de olifant. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Als een olifant in de porseleinkast
buitengewoon onvoorzichtig of tactloos
  • Van een mug een olifant maken
van een klein probleem onnodig een groot probleem maken ofwel: erg overdrijven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord olifant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief olifantolifante
genitief olifantsolifante
datief olifanteolifanten
accusatief olifantolifante

Zelfstandig naamwoord

olifant m [1]

  1. (zoogdieren) olifant
    • Eleuas es die olifant
      jn dutsch est elpen ghenant
      een dier groot ende stranc[2]
       
  1. overdrachtelijk ivoor, ivoren voorwerp
Schrijfwijzen
  • oliphant, olivant

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch Woordenboek
  2. Jacob van Maerlant Der naturen bloeme, 1260

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈuə̯lifɑnt/, /ˈulifɑnt/   geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord olifant olifante

Zelfstandig naamwoord

olifant

  1. olifant
Schrijfwijzen
  • Arabische transcriptie: اُوَلِیفَنْتْ.


Bretons

enkelvoud meervoud
naamwoord   olifant     olifanted  

Zelfstandig naamwoord

olifant m

  1. olifant
  2. ivoor
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.