olifant
![](../I/m/Elephant_near_ndutu.jpg)
Een olifant.
Nederlands
Woordafbreking
- oli·fant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slurfdier’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- van Middelnederlands olifant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | olifant | olifanten |
verkleinwoord | olifantje | olifantjes |
Zelfstandig naamwoord
olifant m
- (zoogdieren) een groot dikhuidig en veelhoevig zoogdier met een lange slurf
- Mijn lievelingsdier is de olifant.
Hyponiemen
- Aziatische olifant, bosolifant, circusolifant, kamerolifant, krijgsolifant, savanneolifant, zeeolifant
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Als een olifant in de porseleinkast
buitengewoon onvoorzichtig of tactloos
- Van een mug een olifant maken
van een klein probleem onnodig een groot probleem maken ofwel: erg overdrijven
Vertalingen
1. een groot dikhuidig en veelhoevig zoogdier met een lange slurf
Gangbaarheid
- Het woord olifant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'olifant' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | olifant | olifante |
genitief | olifants | olifante |
datief | olifante | olifanten |
accusatief | olifant | olifante |
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.