éléphant

Frans

Uitspraak
  • IPA: /elefɑ̃/
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Latijnse elephantus (olifant)
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   éléphant     l'éléphant     éléphants     les éléphants  
vrouwelijk   éléphante     l'éléphante     éléphantes     les éléphantes  

Zelfstandig naamwoord

éléphant m

  1. (zoogdieren) olifant
Afgeleide begrippen
  • éléphanteau
  • éléphantiasis
Uitdrukkingen en gezegden
  • avoir une mémoire d'éléphant
een uitstekend geheugen hebben
  • comme un éléphant dans un magasin de porcelaine
als een olifant in een porseleinwinkel (zeer onhandig)
  • faire d’une mouche un éléphant
van een mug een olifant maken (iets opblazen)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.