olifantshuid

Nederlands

[1] de huid van een olifant
Uitspraak
Woordafbreking
  • oli·fants·huid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olifantshuid olifantshuiden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

olifantshuid v/m [1]

  1. (dierkunde) de huid van een olifant
  2. (figuurlijk) een olifantshuid hebben betekend dat je goed tegen kritiek en beledigingen kunt, dat je veel kunt verdragen
    • Je neerleggen bij een seksistische benadering, dat is wat de vrouwen tijdens een trainingskamp vlak voor hun uitzending naar de gevangenis op Cuba leren. Altijd tegen jezelf zeggen: deze mensen zijn zo anders dan ik. Je moet een olifantshuid hebben om hier te werken, zegt Ally. [2] 
    • Op televisie liet hij zich onlangs ontvallen dat hij weliswaar veel kan hebben, maar geen olifantshuid heeft. De boodschap was duidelijk: 'Als u doorgaat met treiteren, prima, maar dan ben ik vertrokken.' [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord olifantshuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 12 APRIL 2014 Maartje van Hoek
  3. Volkskrant Hein Janssen 5 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.