mijns

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mijns    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɛins/
Woordafbreking
  • mijns
Woordherkomst en -opbouw

Persoonlijk voornaamwoord

mijns

  1. (verouderd) genitief van ik en 'k
    • Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren, noch mijns die Zijn gevangene ben; (…) [1]
Afgeleide begrippen
  • mijns gelijke

Bezittelijk voornaamwoord

mijns

  1. (verouderd) genitief m (van) mijn
    • Ik ben een zoon mijns vaders. 
  1. (verouderd) genitief o (van) mijn
    • Dit is de regel mijns huizes. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] mijns ondanks
  • [1] mijns weegs
  • [2] in het zweet mijns aanschijns
  • [2] mijns inziens

Gangbaarheid

  • Het woord mijns staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Middelnederlands

nominatiefgenitiefdatiefaccusatief
volclit.volclit.volclit.volclit.
enk1eicmijnsmimi
2edu-tudijnsdidi
3emhi-isijns-es
-s
hem-em
-en
hem-en
-ene
-ne
fsi-sehaer-ere
-re
-er
haer-ere
-re
-er
haer-se
nhett-
-et
-t
--es
-s
hemhet-et
-t
mv1ewionseronsons
2eghi-iuweruu
3esi-sehaer-ere
-re
-er
hem
hen
-enhem
hen
-se
Woordherkomst en -opbouw
  • heeft mijn als tweede naamval van ic verdrongen [1]

Persoonlijk voornaamwoord

mijns

  1. genitief eerste persoon enkelvoud: van mij, over mij, mijner

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.