los

los of lynx.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  los    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɔs/
Woordafbreking
  • los
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
  • In de betekenis van ‘niet gebonden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1277 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen loslosserlost
verbogen losselossereloste
partitief loslossers-

Bijvoeglijk naamwoord

los

  1. zonder vaste verbinding, niet bevestigd, ongebonden
    • De hond is los. 
    • Het verhaal is losjes gebaseerd op een slecht gedocumenteerd historisch mengsel van feit en achterklap: de driehoeksverhouding tussen de Britse koningin Anne, haar jeugdvriendin, belangrijkste adviseur en misschien wel geliefde Sarah Churchill (Rachel Weisz) en het ambitieuze kamermeisje Abigail Masham. [2] 
  1. afzonderlijk, apart
  2. niet strak
  3. niet stijf, vlot, ongedwongen, ongegeneerd
Hyponiemen
  • klemlos, loslos
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Als los zand aan elkaar hangen
zaken die niets met elkaar te maken hebben die samengebracht worden
  • De beer is los
  • Een steekje aan los zijn
iets klopt er niet aan
  • Er zit bij hem een steekje los
die is niet helemaal goed bij zijn hoofd
  • Op losse schroeven staan
helemaal niets zeker zijn

Bijwoord

los

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord los lossen
verkleinwoord losje losjes

Zelfstandig naamwoord

los m

  1. (dierkunde), (katachtigen) Lynx lynx een kattensoort met een korte staart
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
lossen

los

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lossen
    • Ik los. 
  2. gebiedende wijs van lossen
    • Los! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lossen
    • Los je? 

Gangbaarheid

  • Het woord los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Nedersaksisch

Bijvoeglijk naamwoord

los

  1. open


Spaans

Lidwoord

los mmv

  1. de


Veluws

Bijvoeglijk naamwoord

los

  1. open
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.