roerend
Nederlands
Woordafbreking
- roe·rend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
roeren |
roerend
- onvoltooid deelwoord van roeren
stellend | |
---|---|
onverbogen | roerend |
verbogen | roerende |
partitief | roerends |
Bijvoeglijk naamwoord
roerend
- (juridisch) ~e zaak, ~ goed gemakkelijk van zijn plaats te krijgen
- Hij handelt alleen in roerende goederen.
Bijwoord
roerend
- in uitgesproken mate
- Zij waren het roerend met elkaar eens.
Gangbaarheid
- Het woord roerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roerend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.