losgeld
Nederlands
Woordafbreking
- los·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van los ww en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | losgeld | losgelden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
losgeld o
- geld betaald voor iemands vrijlating
- De bandieten eisten een groot losgeld voor de gijzelaars die zij overweldigd hadden.
- (figuurlijk) goederen die betaald moeten worden voor iemands vrijlating
- Verder eisen wij een losgeld voor de Koning van 200 kwasten en 500 verfpotten, bijeen te brengen door de inwoners van Perspektivum. [1]
Vertalingen
1. geld betaald voor iemands vrijlating
Gangbaarheid
- Het woord losgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'losgeld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.