los-vast
Nederlands
Woordafbreking
- los-vast
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van los en vast
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | los-vast | los-vaster | (los-vastst) * |
verbogen | los-vaste | los-vastere | (los-vastste) * |
partitief | los-vasts | los-vasters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
los-vast
- niet heel erg vast
- De echte donjuan had veel los-vaste relaties.
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest los-vast(e)" worden gebruikt.[1][2]
Gangbaarheid
- Het woord los-vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'los-vast' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.