loon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loon    (hulp, bestand)
  • IPA: /loːn/
Woordafbreking
  • loon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vergoeding’ voor het eerst aangetroffen in 1080 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord loon lonen
verkleinwoord loontje loontjes

Zelfstandig naamwoord

loon o

  1. (economie) financiële vergoeding voor geleverde arbeid
  2. (figuurlijk) beloning
  3. (figuurlijk) straf
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord loon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
lonen

loon

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lonen
    • Ik loon. 
  2. gebiedende wijs van lonen
    • Loon! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lonen
    • Loon je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.