arbeidsloon
Nederlands
Woordafbreking
- ar·beids·loon
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vergoeding’ voor het eerst aangetroffen in 1311 [1]
- samenstelling van arbeid en loon met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsloon | arbeidslonen |
verkleinwoord | arbeidsloontje | arbeidsloontjes |
Zelfstandig naamwoord
arbeidsloon o
- inkomsten die men ontvangt door het uitvoeren van werk
- Mijn arbeidsloon wordt meestal rond de 20e gestort.
Vertalingen
1. inkomsten die men ontvangt door het uitvoeren van werk
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'arbeidsloon' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.